bijl. nr. 245
Wij delen U voorts mede, dat in het licht van de nieuwbouw van
het Stedelijk Gymnasium de sociografische dienst, dezer ge
meente een belangstellingsprognose heeft opgesteld.
Op basis van het aandeel dat het Stedelijk Gymnasium in 1979
had in het totaal aantal leerlingen bij het Bredase VWO - dit
aantal vertoont sinds 1972 een ononderbroken stijging - kan
de bezetting voor de jaren tot 1990 worden geraamd op:
1979/ '80 1981/ '82 1983/ '84 1985/7 86 1987/ '88 1989/.' 90
436 392-423 381-411 361-389 331-355 301-322
Bij deze berekeningen is nog geen rekening gehouden met een
nog zeer wel mogelijke verdere stijging van het aandeel van
het Stedelijk Gymnasium in het totale Bredase VWO.
Op grond van vorenstaande zijn wij tot de navolgende conclu
sies gekomen:
a. de bezwaren tegen het voorontwerp van wet zijn voor een
belangrijk deel door de V.N.G. ter kennis gebracht van de
staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen;
b. genoemde staatssecretaris heeft in de Eerste Kamer der
Staten-Generaal een aantal toezeggingen gedaan die tege
moet komen aan de bezwaren van de oudervereniging
c. het Stedelijk Gymnasium voorziet voor de gemeente Breda en
omstreken in een duidelijke behoefte; er mag onzes inziens
evenwel geen misverstand over bestaan, dat bij gewijzigde
omstandigheden in de toekomst de weg vrij moet zijn en
blijven om in overleg met belanghebbenden tot een andere
onderwijskundige aanpak te komen;
d. gelet op het onder a. en b. gestelde zijn wij van mening,
dat aan de belangen van het Stedelijk Gymnasium zodanig
aandacht is en wordt besteed, dat wij hebben besloten, de
resolutie van de oudervereniging voor kennisgeving aan te
nemen
Tot slot vragen wij begrip voor de late behandeling van deze
brief, doch de adviesprocedure heeft meer tijd gevraagd dan
-12-
2