bij bijl. nr. 269 zijn kracht en wordt het geacht niet te zijn genomen; 5. Is de termijn ongebruikt voorbijgegaan, dan is het erf- pachtsrecht geëindigd op de bij het besluit van burgemees ter en wethouders vastgestelde dag; 6. De gemeente is bevoegd, indien het erfpachtsrecht op de in dit artikel bedoelde wijze eindigt, daarvan te doen blij ken in de openbare registers met verwijzing naar het be sluit van burgemeester en wethouders en naar de volgens dit artikel aan de erfpachtster gedane kennisgeving. Artikel 21 1Indien het erfpachtsrecht eindigt op de in het vorige ar tikel bedoelde wijze, mag de erfpachtster de opstal niet wegnemen en kan zij van de gemeente geen vergoeding van de waarde vorderen; 2. De gemeente is verplicht binnen 6 maanden na de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde dag, waarop het erfpachtsrecht eindigt en de grond met opstal ter vrije beschikking van de gemeente gesteld zijn, een openbare verkoping volgens plaatselijke gewoonten en onder de gebruikelijke veilingvoorwaarden te doen houden en een erfpachtsrecht op de grond met de opstal te verlenen voor het nog niet verstreken gedeelte van de termijn van het ge ëindigde erfpachtsrecht, onder de voor dat recht gegolden hebbende bepalingen en voorwaarden; 3. De opbrengst van de verkoping wordt aan de erfpachtster, wier erfpachtsrecht geëindigt is, uitgekeerd na aftrek van hetgeen aan de gemeente met betrekking tot dat recht nog verschuldigd is en van de te haren laste komende kosten der verkoping 4. Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek bezwaard was, wordt met afwijking van het bepaalde in het vorige lid, de opbrengst na aftrek van de achterstallige bedragen van de canon en van de in het eerste lid van artikel 18 genoemde boete, aan de hypotheekhouders uitgekeerd tot een door burge meester en wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag, dat aan hypotheekhouders toekomen zou, indien het een verdeling gold van de koopprijs in geval van gerechtelijke -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1157