"bij "bijl.nr. ,289 1/ -2-
O
Nummer 1454
Rubriek 1-65 Enwa
9. Warmte: de door het bedrijf geleverde warmte voor ruimte
verwarming c.q. voor ruimteverwarming en warmtevoorziening
via de stadsverwarming en de centrale wijkverwarming.
10. Transportleiding: de leiding door middel waarvan de hoofd
leidingen worden gevoed en waarop als regel geen dienst
leidingen worden aangesloten.
11. Hoofdleiding: de doorgaande leiding, waarop de dienstlei
ding kan worden aangesloten.
12. Dienstleiding:
•a. bij de stadsverwarming: de verbinding van de hoofd
leiding met de installatie gerekend onmiddellijk na de
afsluitkraan in de aanvoer van de dienstleiding en van-
Oaf de afsluitkraan in de retour van de dienstleiding
met inbegrip van de meetinrichting. Indien geen af-
sluitkranen aanwezig zijn, loopt de dienstleiding tot
de plaats waar de afsluitkranen naar het oordeel van
de directeur redelijkerwijze zou zijn aangebracht,
b. bij de centrale wijkverwarming: de buizen en terrein
leiding door middel waarvan de warmte vanuit de verwar
mingsbron wordt toegevoerd, tot en met de bloksluit-
kraan in de aanvoerleiding en vanaf de blokafsluit-
kraan in de retourleiding.
v c. bij gas, water en elektriciteit: de verbinding van de
hoofdleiding met de installatie, gerekend van de hoofd
leiding af tot en met de meetinrichting of een andere
plaats van overgang, overeenkomstig de aansluitvoor
waarden; indien geen meetinrichting aanwezig is loopt
de dienstleiding tot de- plaats, waar de meetinrichting
naar het oordeel van de directeur redelijkerwijze zou
zijn aangebracht. Inbegrepen zijn alle door of vanwege
de directeur aangebrachte inrichtingen.
15. Meet-inrichting: de apparatuur, bij levering van gas, water
en elektricteit en warmte door middel van de stadsverwar
ming, bestemd voor het bepalen van de van het verbruik af
hankelijke gegevens, nodig voor de afrekening met de ver
bruikers of voor controle van het verbruik.
14. Installatie:
a. bij gas, water en elektriciteit: het direct achter de
dienstleiding beginnende leidingnet met toebehoren,
zoals omschreven in de aansluitvoorwaarden.
b. bij stadsverwarming: het direct achter de aanvoer van
de dienstleiding beginnende leidingnet met toebehoren
tot aan het punt in de afvoer waar de dienstleiding
begint met uitzondering van de meet-inrichting.
c. bij de centrale wijkverwarming: het leidingnet met toe
behoren vanaf de blokafsluitkraan in de toevoerleiding
tot aan de blokafsluitkraan in de retourleiding met in
begrip van de meet-inrichting.
15. Aansluitvoorwaarden: de voorwaarden, bedoeld in artikel 12.
o\
c—
l
cv
-2-