bij "bijl.nr. 292 B/ ~3~ Artikel 7. Het is niet toegestaan paarden op de marktplaats te brengen of te houden dan nadat bij een onmiddellijk tevoren verrichte keu ring is gebleken, dat tegen toelating van de marktplaats geen bezwaren bestaan. Artikel 8. De eigenaar, houder of hoeder van de aangevoerde paarden is verplicht deze ter keuring aan te bieden en hierbij de nodige medewerking te verlenen. Artikel 9. 1. Het brengen van paarden naar de marktplaats is slechts toege staan langs de toegang die op de bij deze verordening behorende kaart blauw gearceerd is. 2. De aanvoer langs de toegang van de marktplaats van paarden ouder dan één jaar is niet toegestaan anders dan afzonderlijk geleid en in een niet groter aantal dan twee tegelijk. Artikel 10. Zieke, gewonde en wrakke paarden die op grond van de uitslag van de keuring niet tot de marktplaats zijn toegelaten dienen totdat zij worden afgevoerd te worden ondergebracht in de in artikel 3 genoemde ruimte. Het afvoeren van deze paarden dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden door of vanwege en op kos ten van de eigenaar/aanvoerder. Artikel 11 Degene, die paarden op het paardenmarktterrein aanvoert of anders zins onder zijn hoede heeft, dient ieder ongeval, ieder duidelijk geval van ziekte, ieder dreigend sterfgeval en ieder sterfgeval dat zich onder de paarden voordoet onverwijld te melden aan de met de keuring belaste dierenarts. Artikel 12. Het is niet toegestaan reeds gebruikt strooisel op de marktplaats te brengen, of, ander dan door een door burgemeester en wethou ders aangewezen instantie, daarvan weg te voeren. Artikel 13- 1De marktplaats en de ten behoeve van de paardenmarkt gebruik te hulpmiddelen dienen na beëindiging van de markt onverwijld en deugdelijk door een door burgemeester en wethouders aange-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1274