bij bijlage nr. 30
ning gebracht in de vorm van een toeslag op het vaste
bedrag.
Dit voorschot wordt bij de aanvang van het verbruiksjaar
vastgesteld en wordt gebaseerd op het gemiddelde van de
gemeten belasting in de piekuren in de daaraan vooraf
gaande maanden november, december en januari.
Indien deze gegevens niet of niet volledig bekend zijn, zal
het voorschot worden vastgesteld op basis van een geschatte
belasting.
Na afloop van het verbruiksjaar wordt het verschil tussen
de verschuldigde vergoeding en de geheven voorschotten'
met de verbruiker verrekend.
Indien de stroomlevering niet gedurende een vol verbruiks-
jaar heeft plaatsgevonden zal de vergoeding voor de maxi
male belasting worden berekend aan de hand van de laatste
drie bekende metingen van deze belasting (of zoveel minder
indien geen drie meetuitkomsten voorhanden zijn).
De vergoeding wordt in dit geval berekend naar rato van het
aantal maanden dat de stroomlevering heeft plaatsgehad. De
geheven voorschotten worden hiermede eveneens verrekend.
c. Nachttarief:
het vaste bedrag wordt verhoogd met 1,75 boven de in lid
a genoemde tarieven en met ƒ3,boven de in lid b. ge
noemde tarieven. Het verbruik wordt berekend tegen 3>7 ct
per kW.
Elektriciteit voor bijzondere doeleinden.
Stroomlevering van tijdelijke aard.
Artikel 44.
a. Bij stroomlevering van tijdelijke aard, korter dan 12
maanden bedraagt het tarief
een vast bedrag van 3,50 per maand en voor het verbruik
16,8 ct per kWh. In het algemeen zal hierbij geen nachtta
rief worden toegepast. Een uitzondering kan worden gemaakt,
indien een belangrijk deel van het stroomverbruik plaats
heeft in de nachturen var. 23 00 tot 7.00 uur. Bij toepas
sing van het nachttarief geldt voor het verbruik in boven-