bijl. nr. 308 Een versnelde procedure middels een deelplan met betrekking tot de Galderse Meren wordt door ons college nodig geacht. 3-4. Globale_oplossingsrichtingen In de rapportage wordt ingegaan op de wijze waarop in de tweede fase een afweging van oplossingen zal geschieden. Men stelt dat het aangeven van oplos singen van de gewenste recreatieve ontwikkelingen in het stadsgewest in eerste instantie voor een groot deel berust op een ruimtelijke afweging. Daar bij zou het van belang zijn de recreatiehoofdvormen zoveel mogelijk te verbijzonderen naar activiteiten en het aangeven van de eisen aan de omgeving of voor zieningen met betrekking tot deze activiteiten. Ons college is van mening dat bij de keuze welke zaken voor verbijzondering in aanmerking komen aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan, die overeen komen met de uitgangspunten zoals in de inleiding geformuleerd 3.5. Inspraak. Zoals reeds in het begin van deze paragraaf is ge steld, heeft het stadsgewest beter dan menige ande re basisplanopstellers gebruik gemaakt van ervarin gen van organisaties en beheerders. Eveneens is ge constateerd dat de recreant zelf nog nauwelijks aan bod is gekomen. Het is echter van groot belang dat de recreant mee kan praten over de dingen die hem aangaan. Daarom moet hij in de verdere fase van de planvorming de mogelijkheden hebben zijn inbreng te leveren. Met name bij de ontwikkeling en uitvoering van deelplannen dient de doelgroep nauw betrokken te worden. Gedacht kan hierbij worden aan methodie ken die op een zeer intensieve wijze met een (repre sentatief) deel van de doelgroep wensen, behoeften en mogelijkheden inventariseren (een methodiek die onder meer gebruikt is tijdens de onderzoeken van de RPD in Breda)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1353