bijl. nr. 31 -2- Ons college is van mening, dat er geen motieven zijn om van deze tariefstelling af te wijken en dat het tot heden gevoerde beleid van landelijke uniforme tarieven als juist moet worden aangemerkt Op de eindafrekening 1979/1980, die in mei 1980 wordt opge maakt, zal voor de normale kleinverbruikers een gemiddelde prijs in rekening worden gebracht, zoals tot nu toe in derge lijke gevallen gebruikelijk is. Voor grotere kleinverbruikers (met een afzet van 30.000 m3 of meer) zal een tussentijdse meteropneming plaatsvinden. Bij blokverwarming worden de meterstanden altijd per maand opgenomen. Voor wat betreft de prijsverhoging van 1 juli 1980, deze zal - voor zover de meterstanden niet tussentijds worden opgenomen - m.b.v. een gemiddelde prijs worden verrekend in de eindafrekening over de periode 1980/1981, in mei 1981. De invloed van de prijsverhogingen per 1 januari en per 1 juli 1980 op de jaar afrekening 1981 zal bij een verbruik van 4.000 m3 per jaar ongeveer 260,exclusief omzetbelasting bedragen. Alle genoemde bedragen moeten nog worden verhoogd met 0,03 cent per m3 voor heffing milieuverontreiniging en met 18% omzetbelasting. Voor verbruikers van meer dan 170.000 m3 per jaar gelden de door de Gasunie voorgeschreven standaard-contracten, waarbij de prijs is gekoppeld aan een brandstoffactorBij stijgende energieprijzen lopen de gasprijzen automatisch mee op. De verbetering van de marge (verkoop - inkoop) voor het energie- en waterbedrijf is afhankelijk van de lonen en materiaalprijzen. In de begroting 1980 is hiervoor een bedrag geraamd van 488.000, Nadere gegevens over de werkelijke marge-verbetering zijn op dit moment nog niet bekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 141