aan de raad der gemeente Breda St/3/70639 20-8-1980 Bijlage nr. 333 Voorstel van burgemeester en wethouders tot onge- grondverklaring van het beroep van M.F.J. Hermans tegen de weigering van een bouwvergunning op per ceel Terheijdenseweg 152. Bij ons besluit van 26 maart 1980* is aan de heer M.F.J. Hermans een vergunning tot het vergroten van een dakkapel in het voorgeveldakvlak op perceel Terheijdenseweg 152 geweigerd. Deze weigering is gebaseerd op strijd met het bepaalde in artikel 34 van de Bouwverordening 1978, zijnde onaan vaardbaarheid van het bouwplan uit een oogpunt van wel stand Tegen dit besluit heeft de heer Hermans op 30 juni 1980* voorziening gevraagd. Hoewel dit beroepschrift niet binnen de beroepstermijn - bepaald in artikel 51, lid 1 van de woningwet - is inge diend en gericht is aan ons college in plaats van aan de gemeenteraad, dient de heer Hermans ons inziens toch in zijn beroep ontvankelijk te worden verklaard om de volgen de redenen. d.d. 20 mei 1980* beroep werd inge- de beroepstermijn van 30 juni 1980 mag worden dat de heer Hermans bedoeld heeft het beroepschrift aan Uw raad te richten. In de brief van 20 mei 1980 en het beroepschrift van 30 juni 1980 worden -de volgende argumenten naar voren gebracht - het vergroten van de dakkapel is ten behoeve van de zoon van de heer Hermans, die de helft van zijn kamer niet normaal kan belopen; Uit een vorige brief van de heer Hermans bleek niet duidelijk of er al of niet steld. Deze brief werd echter wel binnen ingezonden Deze brief zowel als het beroepschrift is gericht aan ons college. Aangenomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1455