bijl. nr. 333 - onbegrijpelijk is, dat het architectonisch aspect boven het sociale aspect wordt gesteld; - in de Hoge Vucht zijn diverse dakkapellen zonder ver gunning geplaatst, waar niets aan wordt gedaan; - een gesprek met een ambtenaar heeft geen zin, omdat ge praat moet worden over de keuze van een dakkapel van 2.40 m. breed, aan welke afmeting vastgehouden wordt van gemeentewege en over een dakkapel ter breedte van 3.50 m.de maat die de heer Hermans wenst te realiseren. De bestaande dakkapel heeft een breedte van 1.15 m. Deze maat staat, naar .het oordeel van de welstandscommissie, in de juiste verhouding tot de voorgevelindeling en dak- maat. Een vergroting van de dakkapel tot een maximum breedte van 2.40 m. in de voorgevel is, gezien de wensen van de bewoners, ook nog onaanvaardbaar. Bij deze breedte is het mogelijk op aanvaardbare wijze een extra vertrek op de zolderverdieping te realiseren. Het nog verder ver breden aan de voorzijde van de dakkapel is uit een oogpunt van welstand niet aanvaardbaar. Aan de achterzijde van de woning kan desgewenst een dak kapel van 3.40 m. gerealiseerd worden. De weigering van de bouwvergunning heeft echter alleen betrekking op het vergroten van de dakkapel aan de voor zijde van de woning. De weigering van de bouwvergunning is ons inziens terecht geschied Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, lid 3 van de bouwverordening 1978 is de heer Hermans in de commissie vergadering van 28 augustus 1980 gehoord. Het proces-ver baal*, opgemaakt van deze hoorzitting, treft U hierbij aan Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de weigering van de bouwvergunning. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1456