bijl. nr. 336 Wat de afmetingen betreft is het bouwplan hiermee in over eenstemming Wat het begrip "agrarisch bedrijf" betreft blijft de vraag of het op te richten bedrijf aan de doeleinden voor een agrarisch bedrijf voldoet. Volgens de provinciale nota "Inrichting bestemmingsplan buitengebied" dient niet alleen getoetst te worden aan de bestemmingsplanvoorschriften, maar dient ook afgewogen te worden of woning en bedrijfsruimte nodig zijn voor de uitoefening van een volwaardig bedrijf. Van belang kan hier zijn het advies van een deskundige instantie. Op 25 januari 1980* is het advies gevraagd van de Advies commissie Agrarische Bouwaanvragen te Tilburg. Het advies van deze commissie was negatief. De commissie was van oor deel dat het onderhavige bouwplan geen betrekking heeft op een agrarisch bedrijf. Reeds eerder in 1977 is aan de heer Van Hooijdonk een ver gunning geweigerd op dezelfde grond als nu voor de bouw van een woning met schuur voor hetzelfde perceel. Hiervoor was in 1976 eveneens advies* gevraagd van de Ad viescommissie Agrarische Bouwaanvragen. Het oordeel luidde toen, dat het bouwplan betrekking had op een burgerwoning in het buitengebied. In het vorige bouwplan diende de bedrijfsruimte voor 50 fokschapen. Nu is het de bedoeling een tuinbouwbedrijf te gaan uitoefenen. Over het teeltplan heeft de Adviescom missie Agrarische Bouwaanvragen meegedeeld, dat daar geen concrete mededelingen over konden worden verschaft. De exploitatiebegroting tuinbouwbedrijf*, uitgebracht door Mureau en de Klerk, is slechts van informatieve aard. Uit het negatieve advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen leiden wij af dat hier niet de bouw van een agrarische bedrijfswoning beoogd wordt en dat de bouwver gunning terecht geweigerd is. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1469