aan de raad der gemeente Breda IZ/- 3 oktober 1980 Bijlage nr. 344 Antwoorden op door raadsleden ge stelde vragen. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering dd. 23-6-1980) De heer Peeters: Uw college heeft ontvangen een schrijven,ge dateerd 15 juni, van een 31-tal groeperingen uit Breda-Noord/ Hoge Vucht betreffende de verdere uitwerking van het beleids plan Hoge Vucht na vertaling en besluitvorming in het totale gemeentelijke beleid. Ik wil met betrekking hiertoe de volgen de vragen stellen: a. Kan Uw college op korte termijn aangeven hoe en op welke wijze het rapport zal worden behandeld? b. Is Uw college ertoe bereid de groeperingen in de mjken op zeer korte termijn van een en ander in' kennis te stellen? c. Is Uw college ervan overtuigd dat er behoefte aan bestaat om aan de hand van dit beleidsplan op korte termijn gevolg te geven aan het gesprokene op 28 november 1 979 door leden van Uw college bij de aanbieding van het beleidsplan Hoge Vucht? ad a en b: Bij brieven van 26 augustus 1980 hebben wij de groeperingen Hoge Vucht en het projectteam Hoge Vucht geïnformeerd over de problemen, die samenhangen met het beleidsplan Hoge Vucht en over de verdere behandeling daarvan. ad c: Wij zullen alles in het werk stellen om met de uitvoering van het beleidsplan Hoge Vucht en de op basis daarvan genomen be sluiten onmiddellijk na de raadsbehandeling te starten. VRAAG gesteld,dd.1 mei 1980, ing. art. 40, 2e lid, R.v.O.) Mevrouw JStutterheim-Bdeling Alhoewel mijn vragen ex art. 40 dd.2511980, nog niet be antwoord zijn, worden wij wederom opgeschrikt door pers-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1510