bijl. nr. 344
Ad 2: Neen.
Ad 3 en 4:
Wij hebben, mede naar aanleiding van de inventarisatie
die op verzoek van de minister van volksgezondheid en
milieuhygiëne door de provincie is gehouden, de vuil
stortplaatsen binnen onze gemeente geïnventariseerd
Omdat niet duidelijk is welk vuil nu feitelijk op
welke stortplaats in het verleden gestort is, hebben
wij een aantal vuilstortplaatsen voorgedragen voor
nader onderzoek.
Wij achten het gewenst over de locaties die mogelijker
wijs voor nader onderzoek in aanmerking komen, eerst
met het provinciaal bestuur te overleggen, alvorens met
name tot bodemonderzoek over te gaan. Dit mede gezien
de aan een dergelijk onderzoek verbonden kosten, nog af
gezien van de mogelijke consequenties van de resultaten
van het onderzoek.
Ad 5: Wij achten een afdoende controle zoals door U gesteld
in principe wel mogelijk; dit zal mede afhangen van de
inzetbaarheid van personeel, ten einde door een voort
durende controle "te velde", alle mogelijke met name
illegale stortingen tijdig te signaleren.
Ad 6: De landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de moge
lijkheid van gescheiden inzameling worden door ons nauw
lettend gevolgd; zoals bekend werken wij mee aan de ge
scheiden inzameling van glas.
Wij hebben de bereidheid de gescheiden inzameling van
papier, indien de prijsontwikkeling daartoe aanleiding
geeft, zonodig (financieel) te ondersteunen.
Initiatieven om tot een eventuele scheiding van stoffen
bij de verwerking te komen, zullen vooral van de gevorm
de bestuurscommissie stadsgewestelijke afvalverwijdering
dienen uit te gaan.
Met betrekking tot het gestelde in Uw brief van 6 mei 1980 delen
wij U mede dat ons is medegedeeld dat:
- op of omstreeks 4 augustus 1978 er 1000 vaten h 200 liter
-3-