tij tijl. nr. 353 woning(en) de volgende verplichtingen op te leggen: 1de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een ter mijn van vijf jaar na de ingebruikneming zelf te tewonen, niet te verhuren en niet te verkopen; 2. van de Verplichting in lid 1 kan door middel van een schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden: a. wegens verandering in de werkkring; t. wegens overlijden van echtgeno(o)t(e) c. wegens echtscheiding; d. wegens doorstroming naar een duurdere woning; e. tij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als bedoeld in artikel 1 223 van het burgerlijk wetboek; f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burgemeester en wethouders kan worden aangetoond. 3. het bepaalde in artikel 4 is zowel van toepassing bij verkoop na de periode van vijf jaar als bij verkoop voor dat de termijn van vijf jaar verstreken is, indien daar voor van burgemeester en wethouders schriftelijke toestem ming is verkregen. Artikel 4. De bepalingen van de artikelen 2 en 3, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een ge deelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmid dels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepaling verbeurt de nalatige partijzonder dat enige ingebrekestel ling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,-. •te bepalen,dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1542