bijl. nr. 355 - verzocht wordt ontheffing van het bepaalde in artikel 2 van de bestemmingsvoorschriften te verlenen of indien dit niet mogelijk is vrijgesteld te mogen worden van alle consequenties die het bouwen zonder vergunning kan hebben Het magazijn voor houtopslag op perceel Gageldonkseweg 23 is reeds gerealiseerd. Er is gebouwd in strijd met het bestemmingsplan "omgeving Gageldonkseweg 1974", omdat niet voldaan wordt aan de eis dat de afstand van het bouwwerk tot de perceelsgrens 5 m. moet bedragen. Hiervoor is in de bestemmingsplanvoor schriften geen vrijstellingsbevoegdheid opgenomen. Dientengevolge kan geen vrijstelling verleend worden voor het bouwen in de perceelsgrens. De kosten voor appellant van het in overeenstemming bren gen van het bouwwerk met de voorschriften van het bestem mingsplan zullen dermate hoog zijn, dat deze kosten in generlei verhouding staan tot het oogmerk dat ermee be reikt wordt. In tegenstelling tot het hiervoor genoemde bestemmingsplan van de gemeente Prinsenbeek komen in de bestemmingsplannen van de gemeente Breda steeds vrijstellingsbepalingen voor, zodat het bouwen tot de perceelsgrens kan worden toege staan. Het komt ons als wenselijk voor de voorschriften van het bestemmingsplan "omgeving Gageldonk 1974" op dit punt aan te vullen. Hiertoe zal te zijner tijd dan ook een voorstel aan Uw raad worden gedaan. Na goedkeuring van deze aanvulling door gedeputeerde sta ten kan het verzoek om bouwvergunning van de heer Wild- hagen opnieuw in behandeling worden genomen. De weigering van de bouwvergunning is ons inziens thans terecht gedaan. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de bouwverordening 1978 is de heer J. Wildhagen in de commissievergadering van 25 september 1980 in de gelegen heid gesteld te worden gehoord. Na dezerzijds gedane toe zegging, dat in dit bijzonder geval in afwachting van de herziening van het bestemmingsplan, geen sanctie zal worden toegepast, bestond geen behoefte aan het gehoord worden. Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de weigering van de bouwvergunning. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie ruimtelijke ordening. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. *ligt ter visie in de leeskamer -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1548