bijl. nr. 363
Binnen de globale bestemmingen zijn voorts zones aange
geven voor onder meer scholen, groen en winkels, terwijl
de gebieden, waarin de aanduiding "G" voorkomt de "zone
geluidhinder" betreft.
Bezwaarschriften
Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft met ingang van
6 mei 1980 gedurende een maand ter inzage gelegen.
Bezwaarschriften* zijn ingekomen van:
a. de Nederlandse Spoorwegen, MoreelseparkUtrecht;
b. de heer A. Nooren, Sprundelsebaan 125, Breda;
c. de heer L. van Beek, Spoorstraat 16, Prinsenbeek.
Ad a. Bezwaarschrift Nederlandse Spoorwegen
De bezwaren van de Nederlandse Spoorwegen richten zich
tegen het bepaalde in artikel 17 van de voorschriften
"Spoorweg-doeleinden"
Gevraagd wordt om een uitbreiding van de doeleindenom
schrijving, waardoor de bouw van seinhuizen, wacht-/schuil-
gelegenheden, onderstations en relaishuizen mogelijk wordt
gemaakt. Tevens wordt verzocht de aangegeven maximale
bouwhoogte te verhogen.
Joor de N.S. wordt opgemerkt dat verzuimd is in het kader
van het vooroverleg over het bestemmingsplan deze voor
stellen tot wijziging kenbaar te makén.
Wij hebben geen bezwaar tegen aanpassing van artikel 17
in bovenstaande zin.
Ad b. Bezwaarschrift van de heer A. Nooren.
De bezwaren van de heer Nooren hebben betrekking op de
bestemming "verkeersdoeleinden VI", die in het ontwerp-
bestemmingsplan Kesteren aan de Moskesweg is gegeven.
De weg is in die visie bestemd voor fiets-, bromfiets
en landbouwverkeerwaarbij een profielbreedte is aange
geven van 4,5 m.
Naar de mening van de heer Nooren is dit onvoldoende voor
een vlotte doorstroming van met name het landbouwverkeer.
Wij merken hierbij het volgende op:
In het structuurplan Haagse Beemden 1976 was de Moskesweg
aangegeven als langzaamverkeersroute
De bestemming "verkeersdoeleinden VI" in het ontwerp.van
het bestemmingsplan Kesteren, dat ter visie heeft gelegen,
is daarop gebaseerd.
De wijziging van het structuurplan Haagse Beemden (1980),
die onlangs door Uw raad werd vastgesteld, geeft aan, dat
de Moskesweg voor alle verkeer berijdbaar dient te zijn.
Daarbij wordt gedacht aan het landbouwverkeer vanuit de
land- en tuinbouwgebieden in het noorden van Haagse Beem
den naar de veiling en bedrijven elders in en rond Breda.
-4-