Toijl. nr. 394
Het aantal uitvoeringen, dat ter plaatse wordt gegeven, is een
norm die hieraan recht doet.
Honorering van het verzoek tot een bedrag van f 15.000,-- behoort
niet tot de mogelijkheden in het kader van de financiële mogelijk
heden van de gemeente en in relatie tot de subsidiëring van andere
groeperingen.
In een recent gesprek met het bestuur is dit toegelicht; voor
de ingebrachte argumenten ter zake had men alle begrip.
Zoals reeds gesteld geeft de groep betrekkelijk weinig voorstel
lingen in Breda; getracht wordt het aantal speelbeurten te ver
meerderen.
De hoogte van de uitkoopsom van de groep is onlangs 'gesteld
op f 600,-- per voorstelling.
Op basis van werkgegevens en verwachtingspatroon gaan wij er
van uit dat in 1980 6 voorstellingen en in 1981 10 voorstellingen
in Breda zullen worden gegeven.
In relatie tot het bovenstaande stellen wij Uw raad voor aan
de stichting kindertheater Poef voor 1980 een subsidie toe te
kennen van f 4.000,-- (op basis van 6 te geven voorstellingen)
waarvan de dekking binnen de begroting van de afdeling culturele
zaken gevonden kan worden) en met ingang van 1981 een subsidie
toe te kennen van f 6.000,-- per jaar (gefixeerd), met dien
verstande, dat indien mocht blijken dat het gemiddelde van 10
voorstellingen per jaar regelmatig niet wordt gehaald, het subsidie
wordt gebaseerd op het werkelijk aantal voorstellingen. Het
bedrag ad f 6.000,-- is op de conceptbegroting 1981 als nieuwe
activiteit opgenomen.
Een concept-besluit is ter vaststelling bijgevoegd.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van
de commissie voor culturele zaken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam secretaris.
-2-