'.GB aan de raad der
vHj gemeente Breda
Bijlage nr. 1
IZ/-
10 januari 1980
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 11-10-1979)
de heer Dreef:
Enige tijd geleden is in deze raad gedebatteerd over de toen
ontstane situatie bij de Etna in Breda. Deze raad heeft toen
zijn opvattingen kenbaar gemaakt aan de directie van Etna, aan
Internatio Muller en aan de burgerij van Breda. Vandaag hebben
wij uit het dagblad De Stem kennis kunnen nemen van het eventu
eel bereikte resultaat.
Daar de werkgelegenheid in deze stad ons als raadsleden continu
bezighoudt, vraag ik namens de P.v.d.A.-fractie in het kader
van het indertijd gehouden debat de raad zo snel mogelijk te
informeren over het eventueel bereikte akkoord bij de Etna.
ANTWOORD
Vanaf 21 augustus jl. hebben diverse gesprekken plaatsgevonden
tussen de ondernemingsleiding van Etna en de vakbonden. In deze
gesprekken heeft de ondernemingsleiding van de Etna de situatie
van de afgelopen drie jaren geschetst. Via gedachtenwisselingen
op 4 september, 28 september en 9 oktober zijn een aantal uit
gangspunten vastgelegd die de vakbonden aan hun achterban hebben
voorgelegd. Deze uitgangspunten omvatten nadere afspraken met
betrekking tot de navolgende punten:
1. Het verband omzet/arbeidsplaatsen.
2. Op welke basis wordt op non-actief gesteld in relatie tot
de afbouw van de ploegendienst.
3. Het te verwachten investeringsniveau.
In essentie komen deze afspraken op het volgende neer:
1De ondernemingsleiding heeft bereidheid uitgesproken om een
eventuele groei van de omzet te vertalen in arbeidsplaatsen
daar waar een aanwijsbare relatie bestaat tussen deze omzet
groei en de te verrichten direct productieve arbeid.