HOOFDSTUK III: VERGADERINGEN VAN DE RAAD. Artikel 5 Dit artikel is nieuw. Het bepaalde in dit artikel sluit aan op de betreffende bepalingen in de grondwet en de gemeentewet. In dit verband wordt gewezen op de volgende systematiek in het reglement van orde. Waar sprake is van "de burgemeester" betreft dit het functioneren buiten de vergadering van de raad. Indien sprake is van "de voorzitter" heeft dit betrek king op het functioneren in de vergaderingen van de raad. De vervanging van de burgemeester is op grond van het be paalde in artikel 84, eerste lid, van de gemeentewet gere geld in een afzonderlijk besluit van ons college. Deze ver vangingsregeling omvat ook het voorzitterschap van de ver gaderingen van de raad. Artikel 6 Burgemeester en wethouders voorzien in de vervanging van de secretaris door aanwijzing van een ambtenaar ter secre tarie. Deze bepaling verhindert niet, dat meer dan één ambte naar ter secretarie voor de vervanging van de secretaris wordt aangewezen. Feitelijk kan er slechts één ambtenaar als loco-secretaris optreden. Artikel 107 van de gemeente wet heeft betrekking op de af te leggen eden of beloften. Artikel 7 Verschillende leden van de commissie algemene zaken hebben zich uitgesproken tegen het als regel tijdens een middag houden van een raadsvergadering. Volgens de opvatting van deze leden dient het raadslidmaatschap voornamelijk als een nevenfunctie te kunnen worden uitgeoefend. Vanuit deze commissie is voorts gepleit voor het opnemen van een eindtijd voor de mogelijke duur van een vergadering van de raad (bijvoorbeeld 23.00 uur) ter voorkoming van het houden van "nachtelijke" vergaderingen. Hoewel wij een stre ven hiernaar ten volle kunnen onderschrijven hebben wij hier toe niet een bepaling in het reglement opgenomen, zulks met het oog op de mogelijke consequenties van het strikt toe passen van een dergelijke bepaling. De behandeling van een agendapunt laat zich bovendien veelal niet precies in een vooraf vastgestelde tijd voltrekken. Het tussentijds afbreken van de behandeling achten wij niet gewenst in verband met de tot stand te komen besluitvorming. Het in acht nemen van enige zelfbeperking achten wij in som mige gevallen hier wel op zijn plaats. Op grond van het bepaalde in artikel 255 van de gemeentewet doen burgemeester en wethouders over elk dienstjaar verant woording aan de raad omtrent de inkomsten en uitgaven van de gemeente. Die verantwoording komt tot stand via de reke ning. Op grond van het bepaalde in de begrotingsvoorschrif ten wordt het dienstjaar gesloten op de laatste juni van het jaar, volgende op dat waarop de begroting betrekking heeft. Daarna kunnen geen ontvangsten of uitgaven meer wor den gedaan op grond van de begroting. Het is daarom van belang, dat de raadsvergadering in juni op een later tijdstip wordt gehouden dan in de overige maan den.- In die vergadering vindt dan de laatst mogelijke aan passing over dat dienstjaar via begrotingswijzigingen plaats (ook wel slotwijziging genoemd). Het als regel niet houden van een vergadering in de maand juli houdt verband met de vakantieperiode.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1715