Artikel 71 Deze regeling van de openbaarheid van de vergaderingen van de commissies is zo algemeen van toepassing op de vergade ringen van onderhavige commissies, dat deze alleszins past in het reglement van orde. Indien hierop een uitzondering dient te worden gemaakt dan kan dit geregeld worden in de verordening op betreffende commissie. Het bepaalde in arti kel 60, eerste lid, voorziet hierin. Het bepaalde in het tweede lid voorziet in de mogelijkheid, dat de commissie besluit om met gesloten deuren te verga deren. Het bepaalde in het vierde en het vijfde lid van deze bepaling biedt eenzelfde mogelijkheid aan het college, "indien de aard van het onderwerp daartoe aanleiding geeft". Wij achten het opnemen van deze mogelijkheid gewenst en aanvaard baar, ten einde daardoor alleen in als zodanig voorkomende situaties in staat te zijn om een commissie al in een begin stadium van voorbereiding over een onderwerp te kunnen in formeren en in dier voege daarbij te kunnen betrekken. Het is daarbij voor te stellen, dat de aanhangig zijnde voor bereiding nog niet zover is gevorderd, dat het in de openbaar heid brengen hiervan op dat moment minder gewenst is te achten. Indien in die situatie geen zekerheid bestaat, dat betreffende aangelegenheid - vooralsnog - in de beslotenheid zal blijven, zou dat als een motief kunnen worden ervaren om de commis sie in dat stadium nog niet te informeren. Gelet op de doel stellingen van het functioneren van de hier bedoelde commis sie zouden wij zulks betreuren. Artikel 72 Gelet op de doelstellingen van het functioneren van onderhavige commissie achten wij het gewenst om de huidige situatie te continueren in die zin, dat een lid van het college als voor zitter van de vergaderingen van deze commissies optreedt. Te denken is hierbij ook aan de informatie-overbrenging van uit het college naar de commissie en omgekeerd. Zoals blijkt uit de verordeningen op deze commissies is de voorzitter géén lid van de commissie. Artikel 74 Dit artikel voorziet in de reeds enige tijd in de praktijk toegepaste verruimde vervan gingsrege 1 ing voor de leden van de commissies. Daarbij zijn wij van oordeel, dat de vervanger van een raadslid in de vergadering van een commissie ook - en alleen maar - een lid van de raad dient te zijn. Artikel 76 Dit artikel opent de mogelijkheden tot het indienen van een voorstel van orde in een vergadering van een commissie. Voor wat betreft de vereiste ondersteuning wordt mutatis mutandis verwezen naar de bij artikel 15 gegeven toelichting. Gelet op de doelstelling van deze commissies, zijnde het uitbrengen van adviezen aan burgemeester en wethouders, achten wij het onjuist dat een commissie zou kunnen beslui ten om een agendapunt van de agenda af te voeren. Een commis sie kan daarentegen wel besluiten om de behandeling van een agendapunt uit te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1727