Hierdoor zou een vergadering van een commissie meer als een overlegformum functioneren. Deze benaderingswijze kunnen wij evenwel niet delen. De vaste commissies van advies en bijstand worden door de gemeente raad - op voorstel van burgemeester en wethouders - ingesteld met het doel om het college van burgemeester en wethouders in zijn voorbereidingstaak bij te staan in de vorm van advi sering. Het daartoe in een vergadering van deze commissies alleen maar uitwisselen van al dan niet voorlopige opvattingen, welke al dan niet als opvattingen van de verschillende raads fracties kunnen worden beschouwd, achten wij voor het door ons op adequate wijze vervullen van onze voorbereidingstaak te vrijblijvend. Met name in het kader van het voorbereiden van de behandeling van een voorstel in de vergadering van de gemeenteraad stellen wij het kunnen beschikken over een advies van de betreffende functionele commissie alleszins op prijs. De kwestie of er al of niet sprake is van een stand punt van de betreffende raadsfractie achten wij een zaak die ligt buiten de werking van dit reglement. Dat is een aspect, dat de discipline in de betreffende fractie raakt. Het advies van de commissie zien wij in dit verband als een essentieel onderdeel in een totale zorgvuldige voorberei dingsprocedure van de in de vergadering van de raad aan de orde te stellen onderwerpen. Een en ander moge ook blijken uit de werkwijze, welke in de praktijk wordt gevolgd in situaties waarin een commissie over een zodanig voorstel ongunstig adviseert. Het betreffen de voorstel wordt daarna opnieuw in een vergadering van ons college aan de orde gesteld om over de verdere gang van de procedure een uitdrukkelijke beslissing te nemen. In het geval in die situatie door ons wordt besloten om het betref fende voorstel toch in de vergadering van de raad aan de orde te stellen worden de redenen die hiertoe hebben geleid in het betreffende voorstel vermeld. Hieruit mag zeker niet worden afgeleid, dat wij de advise ring van een commissie hoe dan ook veronachtzamen. In het vorenstaande menen wij het tegendeel voldoende duidelijk te hebben gemaakt. Aan onze opvatting wordt naar onze mening evenmin afbreuk gedaan in situaties, dat door een commissie een ongunstig advies wordt uitgebracht en uiteindelijk door de raad alsnog een met het voorstel instemmend besluit wordt genomen Een verklaring hiervoor is alleen te geven met te verwijzen naar de samenstelling van de verschillende commissies. Met het oog op de taakstelling van deze commissies menen wij, dat het aanbeveling verdient om alle raadsfracties in alle commissies te hebben vertegenwoordigd. Een ideale situatie zou hierbij bereikt zijn, indien er sprake is van een even redige vertegenwoordiging. Dit zou evenwel tot gevolg hebben, dat de commissies, gelet op de samenstelling van de raad in de huidige zittingsperiode, in de volgende verhouding zouden zijn samengesteld: 4-3-2-1-1.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1729