Artikel 64a
Ten aanzien van de door de raad vastgestelde regels met
betrekking tot een commissie aan welke andere dan advi
serende bevoegdheden zijn toegekend, zijn de artikelen
198-205 en het bepaalde in artikel 206 met betrekking tot
het algemeen verkrijgbaar stellen van overeenkomstige toe
passing
Artikel 64b
1. De voorschriften met betrekking tot de in de aanhef
van artikel 63, eerste lid, bedoelde bevoegdheden,, de
uitoefening van zijn bevoegdheden en het toezicht daar
op, zijn ten aanzien van de aan een commissie toege
kende bevoegdheden van overeenkomstige toepassing.
2. Onder de in het eerste lid bedoelde voorschriften zijn
niet begrepen die betreffende vergaderingen.
Artikel 64c
Ten aanzien van de commissies bedoeld in artikel 61, welk
daartoe door de raad onder goedkeuring van Gedeputeerde
Staten zijn aangewezen is het in de artikelen 252, 253,
255 en 265 met betrekking tot takken van dienst bepaalde
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 54d
De raad kan een commissie als bedoeld in artikel 61 in
de gelegenheid stellen een door haar aan te wijzen lid
in de vergadering van de raad het standpunt van de commis
sie te doen toelichten.
Artikel 64e
De leden van een commissie als bedoeld in artikel 61 zijn
niet gerechtelijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de ver
gaderingen van de commissie of van de raad hebben gezegd
of aan de commissie of de raad schriftelijk hebben overge
legd.
Artikel 64f
1. De leden van de raad die geen lid zijn van het college
van burgemeester en wethouders, ontvangen een vergoe
ding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in
de kosten. Deze vergoeding en tegemoetkoming worden
op jaarbasis door de raad bij verordening vastgesteld
naar bij algemene maatregel van bestuur te stellen
nadere regelen. De verordening wordt aan gedeputeerde
staten gezonden.
2. Omtrent de in het eerste lid bedoelde algemene maat
regelen van bestuur worden Gedeputeerde Staten gehoord