vindt vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in
verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente
ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur,
een gemeentelijke commissie of het dagelijks bestuur daar
van, alleen plaats overeenkomstig door de raad bij ver
ordening vastgestelde regels. De verordening wordt aan
Gedeputeerde Staten gezonden.
Artikel 64j
1. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend
ontvangen de leden van de raad, van een commissie en
van het dagelijks bestuur van een commissie als zodanig
geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste
van de gemeente.
2. Voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de
vorm van vergoedingen en tegemoetkoming, genieten zij
slechts voor zover de raad dit, bij verordening be
paalt. De verordening behoeft de goedkeuring van Gede
puteerde Staten.
De artikelen 230, 231, 232, 235, 235 en 237, tweede
lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 72
De burgemeester is voorzitter van den raad en heeft daarin,
zoo hij geen lid is, eene raadgevende stem. Hij neemt
daarbij de bepalingen van artikel 52 in acht.
Hij zorgt voor de handhaving der orde in die vergadering
en is bevoegd, wanneer die orde op eenigerlei wijze door
de toehoorders wordt verstoord hen, die dit doen, of alle
toehoorders te doen vertrekken.
Hij kan den raad voorstellen, aan een lid, dat door zijne
gedragingen den geregelden gang van zaken belemmert, voor
de eerste maal voor den dag, waarop het besluit genomen
wordt en bij herhaling voor een bepaalden tijd, doch niet
langer dan voor vijf vergaderingen, den toegang tot de
vergaderingen te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet
beraadslaagd. Bij aanneming moet het lid de vergadering
onmiddellijk verlaten. Bij weigerachtigheid doet de burge
meester hem verwijderen.
Indien aan een lid de toegang tot de vergaderingen is ont
zegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.
Artikel 73
Hij ontvangt en opent alle aan den raad of aan burge
meester en wethouders gerichte stukken.
Hij brengt die terstond ter tafel in de vergadering, waar
zij behooren, tenzij die stukken, volgens de orde der ver
gadering, dadelijk behooren te worden verzonden aan het
lid of de leden meer in het bijzonder met de zaken, waar
toe de stukken betrekking hebben, belast.