B. KIESWET
Artikel U 1, le en 3e lid
1. De voorzitter van het centraal stembureau geeft de be
noemde kennis van zijn benoeming bij een door hem
ondertekende brief, welke in tweevoud binnen drie dagen
na de vaststelling van de uitslag der verkiezing of
na de benoemdverklaring aangetekend wordt toegezonden
of tegen gedagtekend ontvangstbewijs wordt uitgereikt.
De brief wordt toegezonden aan het adres, vermeld bij
de candidaatstellingof, zo de benoemde daarna een
ander adres heeft opgegeven, aan dat adres.
3. De kennisgeving strekt de benoemde tot geloofsbrief.
Artikel U 3, ie en 2e lid
1. De geloofsbrief moet door de benoemde of zijn gemach
tigde bij het vertegenwoordigende lichaam worden inge
zonden binnen vijf weken na de dagtekening van de ken
nisgeving van benoeming.
2. Is de geloofsbrief niet binnen die termijn ingezonden, dan
wordt de plaats geacht op de eerste dag na afloop daar
van opnieuw te zijn opengevallen.
De voorzitter van het vertegenwoordigend lichaam geeft
hiervan onverwijld kennis aan het centraal stembureau.
Artikel U 4, le2e en 4e lid
1. De benoemde, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, legt
tegelijk met de geloofsbrief aan het vertegenwoor
digende lichaam over een door hem ondertekende ver
klaring, vermeldende alle openbare betrekkingen, die
de benoemde bekleedt.
2. Indien de benoemde niet reeds eerder als lid van het
vertegenwoordigende lichaam is toegelaten, legt hij,
onderscheidenlijk zijn gemachtigde, tevens over een
uittreksel uit het bevolkingsregister van de woonplaats
van de benoemde of uit de geboorteregisters, waaruit
datum en plaats van de geboorte van de benoemde blijken.
Bij gemis daarvan legt de benoemde bij de voorzitter
van het vertegenwoordigende lichaam een desbetreffende
beëdigde verklaring af.
4. Bij een benoeming voor het lidmaatschap van de gemeen
teraad legt de burgemeester aan de raad over een uit
treksel uit het bevolkingsregister der gemeente, ge
tuigende, dat de benoemde zijn werkelijke woonplaats
in de gemeente heeft.
Artikel U 5, le en 2e lid
1. Het lichaam, waarvoor de benoeming is geschied, onder
zoekt de geloofsbrieven en beslist de geschillen,
welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing
zelf oprijzen.