gemeente Breda
«q-inrt?
bij bijlage nr. 401
(3)
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 62, tweede lid, van de
gemeentewet en artikel 61 van het Reglement van orde;
besluit
I. in te stellen een vaste commissie van advies en bijstand
aan burgemeester en wethouders voor cultuur;
II. voor deze, onder I., genoemde commissie vast te stellen
de volgende
VERORDENING VOOR DE COMMISSIE CULTUUR
Samenstelling
Artikel 1
1. De commissie bestaat uit ten minste elf en ten hoogste
dertien leden waarvan:
a. ten minste vijf en ten hoogste zeven leden door en
uit de raad worden benoemd. Voor ieder lid wordt door en
uit de raad een plaatsvervangend lid benoemd. De leden
van het college van burgemeester en wethouders zijn
niet benoembaar tot lid of tot plaatsvervangend lid
van de commissie;
b. zes leden en plaatsvervangende leden door de raad
worden benoemd uit een voordracht van burgemeester
en wethouders van zo mogelijk telkens twee personen
voor ieder te benoemen lid en plaatsvervangend lid.
Deze leden dienen binding te hebben met sectoren van
het maatschappelijk leven die belang hebben bij een
adequate instandhouding en ontplooiing van het cultu
rele leven.
2. Tot voorzitter van de commissie wordt door en uit het
college van burgemeester -en wethouders aangewezen dat
lid van het college tot wiens taak het werkterrein van
de commissie op grond van de door burgemeester en wet
houders voor het college opgestelde taakverdeling in
het bijzonder behoort.
3. Burgemeester en wethouders stellen een regeling vast
met betrekking tot de vervanging van de voorzitter.
Zi ttingsduur
Artikel 2
1. De benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden
vindt plaats in de eerste vergadering van elke zittings
periode van de raad.
SK/7/75095