3. De leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd en de voorzitter wordt aangewezen voor de duur van de zittingsperiode van de raad. De door burgemeester en wethouders krachtens het bepaalde in artikel 1derde lid, vast te stellen regeling met betrekking tot de ver vanging van de voorzitter geldt voor de duur van de zittingsperiode van de raad. 4. De benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden gaat in op het tijdstip waarop deze wordt aanvaard. 5Een lid of de raad te lid van de een plaatsvervangend' zijn houdt tevens op commissie te zijn. dat ophoudt lid van of plaatsvervangend lid lid 6. De voorzitter die ophoudt lid.van het college van bur gemeester en wethouders te zijn houdt tevens op voor zitter van de commissie te zijn. 7. Een lid of een plaatsvervangend lid kan te allen tijde tussentijds ontslag vragen. Het lid of het plaatsver vangend lid aan wie op zijn verzoek tussentijds ontslag is verleend blijft als lid of als plaatsvervangend lid deel uitmaken van de commissie totdat de opvolger de benoeming heeft aanvaard. 8. De raad kan te allen tijde tussentijds aan een lid of een plaatsvervangend lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen ter benoeming van een ander lid of plaatsvervangend lid van de commissie. 9. Een tussentijds ontstane vacature van een lid of een plaatsvervangend lid wordt door de raad zo spoedig moge' lijk doch uiterlijk binnen drie maanden na het ontstaan daarvan vervuld. Secretaris Artikel 3 De gemeentesecretaris is secretaris van de commissie. Hij kan zich doen bijstaan door één of meer gemeente-ambtena ren. Werkterrein Artikel 4 Het werkterrein van de commissie strekt zich uit over za ken betreffende: de financiën, de planning en de automa tisering -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1758