gemeente Breda BKy 7/75095 De raad van de gemeente Breda; bij bijlage nr. 401 (10) gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 62, tweede lid, van de ge meentewet en artikel 61 van het Reglement van orde; besluit: I. in te stellen een vaste commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders voor ruimtelijke ordening; II. voor deze, onder I. genoemde commissie vast te stellen de volgende VERORDENING VOOR DE COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING Samenstelling Artikel 1 1. De commissie bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven leden. Voor ieder lid wordt een plaatsvervangend lid benoemd. De leden en de plaatsvervangende leden worden door en uit de raad benoemd. De leden van het college van burgemeester en wethouders zijn niet benoembaar tot lid of tot plaatsvervangend lid van de commissie. 2. Tot voorzitter van de commissie wordt door en uit het col lege van burgemeester en wethouders "aangewezen dat lid van het college tot wiens taak het werkterrein van de commissie op grond van de door burgemeester en wethouders voor het college opgestelde taakverdeling in het bijzonder behoort. Burgemeester en wethouders stellen een regeling vast met betrekking tot de vervanging van de voorzitter. 3.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1774