2. De situatie, waarin in de vergadering van de commissie
personeelszaken wordt beraadslaagd en/of besloten over
vertrouwelijke personele aangelegenheden, individuen
of groepen van personen.
De regeling van de onder 1 bedoelde situatie is in de
nieuwe verordening voor de commissie personeelszaken weg
gelaten. Het tegen betreffende formulering aan te voeren
bezwaar is, dat deze commissie nimmer als commissie
personeelszaken kan vergaderen als vertegenwoordiging
van het gemeentebestuur ter bepaling van haar standpunt
als werkgever voor het overleg met de vakorganisaties
in de commissie voor gemeentelijk overleg in personeels
zaken. Zodra de leden van de commissie personeelszaken
met hun voorzitter met dat doel bij elkaar komen, dan
wel bij elkaar zijn, aansluitend aan een vergadering van
de commissie personeelszaken, is er géén sprake (meer)
van een vergadering van deze commissie. Er doet zich als
dan een situatie voor van intern vooroverleg ten behoeve
van het nog plaats te vinden overleg met de vakorganisa
ties in de commissie voor gemeentelijk overleg in perso
neelszaken. Een dergelijke vorm van intern vooroverleg
kan/zal zich ook voordoen bij de aan het overleg in de
commissie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken
deelnemende vakorganisaties. Een dergelijke vórm van
vooroverleg behoeft géén nadere regeling.
In het geval er sprake is van een situatie als bedoeld
onder 2 kan op grond van het bepaalde in artikel 71,
tweede lid, van het reglement .van orde de commissie be
sluiten of er met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd, dat
in de herziene verordening voor de commissie personeels
zaken géén nadere regeling behoeft te worden opgenomen
voor het in beslotenheid kunnen vergaderen door deze com
missie
Met betrekking tot verschillen in het bepaalde in de gel
dende verordening voor de commissie personeelszaken ten
opzichte van de herziene verordening voor deze commissie
wordt volledigheidshalve gewezen op het bepaalde in de
artikelen 72, eerste lid en 75, tweede en derde lid, van
het herziene reglement van orde.
-3-