onderzoek geloofs brieven N EMDE ken oemde iste jn 11 e r t toelating Alleen degene aan wie op zijn verzoek ontslag wordt verleend blijft als voor zitter of als lid deel uitmaken van deze commissie totdat de opvolger de benoeming heeft aanvaard. Artikel 2 De burgemeester stelt de te onderzoeken stukken van een tot lid van de raad benoemde terstond in handen van de in artikel 1 genoemde commissie. De commissie onderzoekt deze stukken onverwijld en brengt bij monde van haar voorzitter of, bij diens afwezigheid, bij monde van een lid, in de eerstvolgende gewone vergadering aan de raad verslag uit van het onderzoek Daarbij wordt namens de commissie aan de raad een voorstel gedaan omtrent de toelating van de tot lid van de raad benoemde De raad besluit daarna in dezelfde ver gadering - behoudens in het geval, voor zien in artikel 58, eerste lid, van de gemeentewet - over de toelating van de benoemde of, indien uitstel nodig wordt geacht, op een daartoe door de raad op voorstel van de voorzitter te bepalen tijdstip. Artikel 3 m- jds s k oproeping to e- gelatene(n) Nadat de toelating van een tot lid van de raad benoemde onherroepelijk is geworden, roept de burgemeester dat lid schriftelijk op tot het bijwonen van de vergadering op de eerste dinsdag van september, indien de benoeming geschiedt ter vervulling van een plaats, welke op de gewone tijd van aftreding openvalt. Bij de vervulling van een tussentijds open gevallen plaats geschiedt de oproeping voor de eerstvolgende vergadering. d - 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1784