I
bijlage nr. 1
-2-
Deze bereidheid is onder meer vertaald in de toezegging
om werknemersorganisaties over de gang van zaken hierom
trent in te lichten. Tevens is hierbij aangetekend dat bij
de werving van medewerkers eerst gekeken zal worden bij die
groepen van medewerkers, die de onderneming bij de reorgani
saties hebben verlaten.
2. De C.A.O.-regeling met betrekking tot de afbouw van de ploegen
dienst is op aandrang van de vakbondsorganisaties voor dit
geval aanzienlijk verruimd. Afgesproken is dat er tot 1 juli 1980 "(i
geen ingrepen zullen worden gedaan. Na deze datum zal een
gefaseerde afbouw uitgevoerd worden (de C.A.O. laat met on
middellijke ingang deze toeslag vervallen).
3. Met betrekking tot het investeringsniveau is de bereidheid vast- b-
gelegd een bedrag van 15 miljoen over een periode van 5 jaar
te investeren.
Het zwaartepunt van deze investeringen ligt in de laatste jaren
van deze periode.
De R.v.B. is van mening dat het komende jaar in eerste instantie
wel moet worden besteed om orde op zaken te stellen bij de her
structurering van de onderneming.
In 1980 zal een investering plaatsvinden, nagenoeg gelijk aan de -!
afschrijvingen (ca. miljoen).
De vakverenigingen hebben de gespreksresultaten teruggekoppeld
naar hun respectievelijke achterban. In de periode 10-20 oktober
1979 hebben deze bericht akkoord te kunnen gaan met de personeels-
aanpassing
Thans vindt vervolgoverleg plaats over de redactie van het
sociaal plan.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 11-10-1979)
de heer Peeters
Uitgaande van de zekerheid dat de gemeenteraad voor de stad Breda
het hoogste bestuurlijke orgaan is en dat informatie onontbeerlijk