- 22
schriftelijke
vragen
3. Bij de beantwoording als bedoeld in
het vorige lid wordt de tekst van de
vraag of van de vragen herhaald.
Artikel 48
1. Ieder lid kan, met verwijzing naar dit
artikel, buiten een vergadering om,
aan het college van burgemeester en
wethouders of aan de burgemeester schrif
telijk, korte en duidelijk geformuleerde,
vragen stellen, die op het bestuur van
de gemeente betrekking hebben.
2. De burgemeester zendt de vragen, als
bedoeld in het eerste lid, na ontvangst
onverwijld toe aan de overige leden.
3. Het college van burgemeester en wethou
ders of de burgemeester antwoordt het
betrokken lid schriftelijk en zo spoe
dig mogelijk doch uiterlijk binnen één
maand. Is beantwoording binnen die ter
mijn niet mogelijk, dan wordt dit, onder
opgave van de reden, aan het betrokken
lid medegedeeld. De burgemeester zendt
het antwoord op de gestelde vragen tege
lijkertijd aan de overige leden toe.
4. Bij de beantwoording als bedoeld in
het derde lid wordt de tekst van de
vraag of van de vragen herhaald.
5. Toezending van de vragen en de antwoor
den daarop krachtens het bepaalde in
dit artikel blijft achterwege, indien
de vragensteller daarom verzoekt of
de aard van de vragen en/of de antwoor
den zich naar het oordeel van het col
lege van burgemeester en wethouders
of van de burgemeester niet voor die
toezending leent
HOOFDSTUK IV DE BEGROTING
tijdschema be
grotingsbehande
ling
Artikel 49
Burgemeester en wethouders stellen jaar
lijks met inachtneming van het bepaalde
in artikel 8, een tijdschema op inzake
de procedure tot vaststelling van de
begroting der plaatselijke inkomsten
en uitgaven der gemeente, van de takken
van dienst, als bedoeld in artikel 252
van de gemeentewet en van de bestuurs
commissies