Een plaatsvervangend lid of de vervanger als bedoeld in het eerste lid, onder c., die overeenkomstig het bepaalde in dit artikel aan een vergadering van een commissie deelneemt, heeft in die vergadering dezelfde rechten en plichten als het lid, dat wordt vervangen. Het lid of het plaatsvervangend lid van een commissie, dat verhinderd is om een vergadering van die commissie bij te wonen geeft hiervan, zo mogelijk ten minste vier en twintig uren voor het aanvangstijdstip van die vergade ring, kennis aan de voorzitter of aan de secretaris onder mededeling van de naam van zijn vervanger in die verga dering. Het betreffende lid of het plaats vervangende lid stelt bovendien een exemplaar van de op grond van het be paalde in artikel 67, tweede lid en derde lid, onder a., ontvangen verga derstukken ter beschikking van zijn vervanger in die vergadering. Het bepaalde in dit artikel geldt even eens in het geval er met betrekking tot het betreffende lid of het betref fende plaatsvervangende lid een vaca ture is ontstaan Het bepaalde in dit artikel geldt niet: a. indien het lid deel uitmaakt van een fractie, bestaande uit één lid en voor dat lid geen plaatsvervangend lid in de betreffende commissie is benoemd b. voor de vervanging van een lid of een plaatsvervangend lid van een commissie, dat niet tevens lid is van de raad, met uitzondering voor zover mogelijk van het bepaalde in het eerste lid, onder a., het tweede lid, het vierde tot en met het zesde lid voor wat betreft het plaatsvervangend lid. Artikel 75 Op het houden van beraadslagingen in de vergadering van een commissie is het bepaalde in de artikelen 20 tot en met 33 van dit reglement voor zo veel mogelijk van overeenkomstige toe passing met uitzondering van het bepaal de in de artikelen 27, 30 en 31.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1820