bijl. nr. 40 -5 is aandacht geschonken aan sectoren, welke nauw ver want zijn met de welzijnssector o.a. de gezondheids zorg en onderwijs. Dit laatste vanwege de mogelijk heden voor gezamenlijke huisvesting van verschillende werksoorten (bij multifunctioneel gebruik van school lokalen) en/of de inhoudelijke/functionele relaties tussen sectoren (in het geval van een wijkgezondheids centrum, gemeenschapsaccommodatie) Een discipline waar in de nota geen aandacht aan wordt geschonken is de gezinszorg. Dit laatste is gebeurd (en dan nog min of meer onbewust) om 2 redenen: - op dit moment bestaan in de gemeente Breda nauwelijks inhoudelijke/functionele samenwerkings-) relaties tussen gezinszorg en andere welzijnsinstellingen - de gemeente heeft tot op heden geen bemoeienis gehad met de inzet/planning van de gezinszorg vanwege het feit dat deze dicipline rechtstreeks voor 100? wordt gesubsidieerd door het ministerie. Bij_de_afweging van belangen in het plan moet de_nodige zorgvuldigheid worden betracht. Uit de nadere toelichting op dit criterium komt naar voren dat in het plan met name de belangen van min derheden/maatschappelijke achterstandsgroeperingen niet mogen worden verontachtzaamd Maar onze mening behoeft vanuit het oogpunt van de woningdifferentiatie in de eerste woonbuurt, de stedebouwkundige/planologische situering van de ver schillende categorieën woningen (woningwet, premie- huur, premiekoop, vrije sector) en het door ons college voorgestane toelatings- en toewijzingsbeleid geen vrees te bestaan voor een overconcentratie van genoemde categorieën in de 1ste woonbuurt als geheel noch voor concentraties hiervan binnen de buurt. Vanwege dit gegeven zijn in het plan geen bijzondere voorzieningen naar aard en omvang voor maatschappe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 185