In deze circulaire wordt erop gewezen dat dit percentage uit
sluitend van toepassing is op de leges en rechten, alsmede op
retributieheffingen ingevolge bijzondere wetten.
De onroerendgoedbelastingen vallen dus niet onder dit beleid.
Het tarievenbeleid ten aanzien van de genoemde rechten en leges
zal worden geëffectueerd via het goedkeuringsrecht van de Kroon.
De opbrengsten van de na te noemen belastingen worden tot de
budgettaire capaciteit gerekend.
1. Het rioolrecht A en rioolrecht B
2. De drank- en horecabelastingi
3. De onroerend-goedbelastingen
4. De marktgelden
5. Secretarieleges en rechten burgerlijke stand
6 Bouwleges
7. Precariorechten
8.Havengelden.
De onder 1 en 2 genoemde belastingen hebben het wettelijke ma-
ximum bereikt
De tarieven van het rioolrecht worden niet goedgekeurd als
deze hoger zijn dan vereist wordt om een matige winst aan de
gemeente te verzekeren (artikel 279 van de gemeentewet). Omdat
bij de hoogte van de vigerende tarieven een matige winst wordt
gemaakt kunnen deze thans niet aan een verhoging onderworpen
worden, omdat deze verhoging de koninklijke goedkeuring niet
zal verwerven.
De tarieven van de drank- en horecabelastingte weten f 7,50
per 50 liter omzet sterke drank in drank- en horecalokalitei-
ten en f 5,-- wegens deze omzet in slijterijen vormen de op
grond an de drankwet maximaal te heffen tarieven. Deze tarie
ven worden met ingang van het jaar 1980 in Breda geheven.
De tarieven van de onder 3 genoemde onroerend-goedbelastingen
kunnen, zoals Uw raad reeds heeft besloten met 9 1/2 worden
verhoogd.
Wij zijn van mening dat ten aanzien van de leges en rechten,
genoemd onder punt 4 tot en met 8 het overheidstarievenbeleid
dient te worden gevolgd. Deze tarieven worden in het hieronder
volgende voorstel met 5 in plaats van met 9 1/2 verhoogd.
In het onderstaande overzicht is aangegeven op welke wijze per
belastingsoort de tarieven voor het jaar 1981 kunnen worden
verhoogd
A Onroerend-goedbelastingen
Op grond van de "verordening onroer end-goedbe1 astingen 1979"
wordt in het jaar 1980 geheven, zulks per f 3.000,-- waarde
in het economische verkeer:
- ten laste van de feitelijke gebruikers f 6,35,
- ten laste van de zakelijk genothebbenden f 8,35.
Indien deze tarieven met 9 1/2 worden verhoogd bedragen de
ze per f 3.000,-- waarde in het economische verkeer:
- ten laste van de feitelijke gebruikers f 6,95 en
- ten laste van de zakelijk genothebbenden f 9,15.