Inrichtingen met opslag van brandbare vloeistoffen (met uitzondering van de onder e genoemde opslagplaatsen) alsmede van vloeistoffen met een pH lager dan 5 of hoger dan 9 met een gezamenlijke inhoud van: 0,5 m3 doch minder dan 10 m3 f 57,75 10 m3 doch minder dan 20 m3 f 115,-- 20 m3 doch minder dan 50 m3 f 175,-- 50 m3 doch minder dan 100 m3 f 345,-- 100 m3 doch minder dan 1.000 m3 f 520,-- 1.000 m3 doch minder dan 10.000 m3 f 865,-- 10.000 m3 of meer f 865,-- vermeerderd met f 60,-- voor elk gedeelte van 1.000 m3 of gedeelte daarvan boven de 10 .000 m3 Inrichtingen bestaande uit een of meer bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen die worden gebruikt in de zin van categorie VIII van artikel 1 van het hinderbesluit (met uitzondering van veehouderijbedrijven): minder dan 250 m2 f 57,75 250 m2 doch minder dan 1.000 m2 f 175,-- 1.000 m2 of meer f 175,--, vermeerderd met f 57,75 voor elke 1.000 m2 of gedeelte daarvan boven de 1.000 m2 Inrichtingen als bedoeld in de categorieën XIII van artikel 1 van het hinderbesluituitgezonderd rokerijen en zouterijen van dierlijke stoffen met niet meer dan één rookkast en uitgezonderd kokerijen met ketels voor het koken van vleeswaren met een gezamenlijke inhoud van 500 liter f 115,-- Inrichtingen bestaande uit een of meer bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen die gebruikt worden voor werkzaam heden als genoemd in categorie XV van artikel 1 van het hinderbesluit voor elke 1.000 m2 of gedeelte daarvan f 115,-- Inrichtingen als bedoeld in artikel 1, sub XXVI van het hinderbesluit met een nominale belasting van 0 tot en met 250 m3 s/h en een aanvoerdruk van 0,2 tot en met 1. bar. en een binnen-middel1ijn van de binnenkomende leidingen tot maximaal 55 mm, hetzij een nominale belasting van 250 tot en met 500 m3 s/h en een aanvoerdruk tot en met 0,2 bar. en een binnen-midde11ijn van de binnenkomende leiding tot maximaal 160 mm f 57,75 met een nominale belasting van 250 tot en met 6.000 m3 s/h en een aanvoerdruk tot en met 8 bar. en een binnenm ïddellijn van de binnenkomende leiding: tot maximaal 110 mm bij een aanvoerdruk boven 3 bar. tot maximaal 160 mm bar. bij een aanvoerdruk van ~1 tot en met 3 bar. en tot maximaal 260 mm bij een aanvoerdruk tot en met 1 bar., hetzij een nominale be4asting van 0 tot en met 250 m3 s/h en een aanvoerdruk van 1 tot en met 8 bar. en een binnen-middellijn van de binnen komende leiding tot maximaal 110 mm f 115,-- met een nominale belasting en een aanvoer druk boven die, welke hierboven is genoemd f 175,--

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1887