gemeente Breda bij bijlage nr. 414 D De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 277 van de gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening op de heffing van een recht wegens het gebruik.of genot van voor de openbare dienst bestemde grond of water, waarvan de gemeente de eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater. A. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Aard van de heffing Voor het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde grond of water waarvan 'de gemeente de eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst -bestemd gemeentewater wordt onder de naam van precariorechten op grond van artikel 277 letter b, onder 1 en 3, van de gemeentewet een directe belasting geheven Artikel 2 Belast inqplicht Belastingplichtig is ieder: a. die gebruik maakt of het genot heeft van voor de openbare dienst bestemde grond of water waarvan de gemeente de eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft; b. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater worden aangetroffen Artikel 3 Aanvang belastingplicht Wanneer in deze verordening het recht is vastgesteld voor een jaar, wordt, indien de belastingplicht in de loop van het heffingsjaar ontstaat, voor de eerste maal slechts een aanslag opgelegd over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog maanden overblijven (gedeelten van een maand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1898