bijl.nr.415
Voor deze belastingjaren komen op grond van het bepaalde in
genoemd besluit in aanmerking de heffingsgrondslagen naar de
toestand op 1 januari van de jaren 1977 en volgende.
Van de mogelijkheid tot hanteren van de toestand 1 januari 1977
of 1978 moet naar onze mening worden afgezien omdat alsdan weer
spoedig n.l. in het belastingjaar 1"983 of 1984 de heffingsgrond
slag opnieuw zal moeten worden vastgesteld. De ambtelijke werk
zaamheden tot vaststelling van de waarde in het economische
verkeer konden in de tweede helft van het jaar 1979 een aan
vang nemen, zodat op dat moment geen waardegegevens over de
jaren 1980 en volgende bekend waren; Daarom is gekozen voor
de peildatum 1979, waarbij wel over de gegevens met betrekking
tot de ontwikkeling van de prijzen van onroerend goed in de
jaren 1976 tot en met 1978 kan worden beschikt.
Bij de vaststelling van de waarde in het economische verkeer
worden een' tweetal categorieën onderscheiden, te weten:
1. de gebouwen elke als woning in gebruik zijn en
2. de gebouwen, die niet als woning in gebruik zijn, zoals be
drijven, fabrieken, kantoren, winkels, magazijnen, garages
e.d. Deze objecten worden bij het waarderen van de grond
slag van heffing "bijzondere gebouwen" genoemd.
Het onroerend-goedbelastingenbestand 1980 bevat ongeveer 50.000
objecten waarvan een aantal van ongeveer 41.000 als woning,
5.500 als zelfstandige garage en 3.500 als bijzonder gebouw
kan worden aangemerkt.
Het zal U bekend zijn dat het vaststellen van de waarde in het
economische verkeer door deskundigen plaats moet vinden en dus
een kostbare en tijdrovende werkzaamheid vormt. Het binnen een
beperkte tijd (minstens eenmaal per 5 jaren) waarderen van
50.000 objecten zou een inzet vergen van een groot aantal des
kundigen in ambtelijk verband dan wel van een kostbaar extern
apparaat
In ons streven om de perceptiekosten van deze belastingen zoveel
mogeijk te beperken hebben wij een werkpatroon ontwikkeld waar
bij in verschillende tijdvakken of alleen de woningen of alleen
de bijzondere gebouwen individueel worden gewaardeerd. In dit
werkpatroon kan met de inzet van een gering aantal deskundigen
en de mogelijkheden die de automatisering ons bieden worden
volstaan
Zoals reeds werd vermeld geschiedt de heffing van de onroerend-
goedbelastingen met ingang van het belastingjaar 1979 naar de
waarde in het economische verkeer naar de toestand op 1 januari
1976. De vaststelling van deze grondslag is voor wat betreft
de in de gemeente gelegen woningen tot stand gekomen langs de
weg van de individuele taxatie, dat wil zeggen dat in principe
de waarde van elke woning afzonderlijk is vastgesteld. De waar
de in het economische verkeer naar de toestand op 1 januari
1976 van de bijzondere gebouwen is (na een algemeen ingesteld
taxatie-onderzoek) op administratieve wijze met gebruikmaking
van indexcijfers geautomatiseerd vastgesteld.