bijl.nr. 41 5
De praktijk heeft geleerd dat de gerealiseerde koopsommen voor
de vaststelling van de heffingsgrondslag van de onroerend-goed-
belastingen met 20% moet worden gematigd.
Uit de resultaten van bovengenoemde vergelijking blijkt dat
in de vermelde periode 411 woningen zijn verkocht voor een totale
koopsom van f 66.955.373,--. De bij deze woningen behorende
grondslagen voor de heffing van de onroerend-goedbelastingen
naar de peildatum van 1 januari 1976 omvat een totaalbedrag
van f 30642 .000
Uit deze cijfers kan worden afgeleid dat, rekening houdende
met een matiging van 20de grondslagen van 1 januari 1976
naar 1 januari 1979 moeten worden verhoogd met
80% van f 66 .955 373 x 15S 175% (afgerond)
1% van f 30.642.000
Uit deze becijfering blijkt dat de verkoopprijzen van de wonin
gen in Breda van 1 januari 1976 tot 1 januari 1979 zijn gestegen
met 75%.
De juistheid van dit percentage wordt ondersteund door het stij
gingspercentage dat blijkt uit de gegevens van de Nederlandse
Bond van Makelaars in onroerende goederen, te weten 65,23%.
De krappere woningmarkt in Breda is o.a. oorzaak dat de stijging
van de verkoopprijzen in Breda 10% hoger ligt dan de landelijke
pr ijsst ijging
Voor de heffing van de onroerend-goedbelastingen in het jaar
1982 kan dus de heffingsgrondslag van de woningen naar de peil
datum van 1 januari 1976 naar de peildatum 1 januari 1979 met
75% worden verhoogd.
Het vervaardigen van programmatuur, die kan dienen tot het op
administratieve wijze waarderen van de woningen met gebruik
making van de computer, vergt geruime tijd.
Als Uw raad kan instemmen met het gemelde percentage van ver
hoging van 75% kan een aanvang gemaakt worden met de noodzake
lijke programmering, welke, voordat het belastingjaar 1982 een
aanvang neemt, volledig operationeel behoort te zijn.
Ingeval de voorgestelde verhoging van de heffingsgrondslag in
cidenteel tot een onjuiste belastingheffing zou leiden, zal
de grondslag uiteraard ambtshalve worden gecorrigeerd.
De vaststelling van de nieuwe tarieven ten behoeve van het be
lastingjaar 1982 komt in een later stadium, wanneer de resulta
ten van de individuele waardering van de bijzondere gebouwen
bekend zijn, aan de orde. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat
de herwaardering op zich geen belastingverhoging in absolute
zin zal mogen veroorzaken.
Wij stellen U derhalve voor akkoord te gaan met de administra
tieve verhoging van de grondslag waarde in het economische ver
keer van de woningen van 1 januari 1976 naar 1 januari 1979
met 75%.