bijl. nr. 40 -14- Eveneens speelt hierbij een rol dat het niet nu stimuleren van een eerste-lijnssamenwerkingsverband zal betekenen, dat het op dit moment zich afzonderlijk vestigen van de diverse disciplines een latere samenwerking niet zal vergemakkelijken en dat dit in het belang van de toekomstige patiënten voor komen moet worden. Derhalve handhaven wij deze twee zaken niet als alternatieven, maar stellen U voor, voor de reali sering van beide voorzieningen subsidie aan te vragen. Daarvoor hebben wij een versobering in de investeringen t.b.v. het sportcomplex (variant A) toegepast, welke echter aan de sportieve kwaliteit van het complex geen afbreuk zal doen. Aan de subsidiëring van de begeleidingskosten ten behoeve van de oprichting van het gezondheidscentrum zullen wij de volgende twee voorwaarden verbinden: - vooraf dient een plan te worden voorgelegd door de betref fende stichting, waarin tot uiting komt op welke professi onele wijze de begeleiding ten uitvoer zal worden gebracht en waaraan wij onze goedkeuring dienen te hechten; - jaarlijks moet een afrekening worden ingediend met een overzicht van de besteding van de door ons College ter be schikking gestelde middelen en een toelichting daarop. "Wij zullen de betreffende stichting aanbevelen de totstand koming van een begeleidingscommissie te bevorderen, waarin naast externe deskundigen (bv. wetenschappelijke onderzoe kers), de gemeente Breda en een vertegenwoordiger van de professionele participanten van het gezondheidscentrum, tevens een representatie van de (toekomstige) gebruikers/ cliënten/patiënten zijn opgenomen. In nader overleg met de weikgroep 1ste lijns-gezondheids- voorziening Haagse Beemden en het stichtingsbestuur kan worden bezien in hoeverre bovengenoemde structuur in te passen is in de genoemde werkgroep 1ste lijn, waarin reeds meerdere partijen zijn vertegenwoordigd." De aan het bovenvermelde pakket van voorzieningen verbonden financiële consequenties treft U op pagina 16 aan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 194