bijl.nr. 443
In de met de huurders van gemeentewoningen gesloten overeen
komsten is bepaald dat de huur bij vooruitbetaling maandelijks
dient te worden betaald.
De procedure welke wordt gevolgd bij huurachterstanden is als
volgt weer te geven.
Wanneer een huurder een huurachterstand heeft van twee maan
den achten wij de toestand aanwezig dat de huurder de voornoemde
hoofdverplichting om de huurprijs te betalen, niet nakomt.
Door het woningbedrijf wordt dan een brief aangetekend aan de
huurder gezonden.
Daarin wordt gevraagd alsnog te betalen, dan wel (schriftelijk)
een voorstel te doen voor een afbetalingsregeling.
In de brief wordt uitdrukkelijk vermeld, dat, wanneer de huur
der in het geheel niet reageert, de incasso in handen van een
gerechtsdeurwaarder wordt gesteld en voorts dat de hieraan verbon
den kosten voor rekening van de (nalatige) huurder komen.
Nadat de deurwaarder opdracht heeft gekregen de incasso van 1
de achterstallige huur over te nemen, wordt de huurder door
de deurwaarder nogmaals gesommeerd de huurachterstand te betalen.
Betaalt de huurder dan nog niet of doet hij dan geen voorstellen
tot een afbetalingsregeling dan wordt hij bij dezelfde sommatie
gedagvaard om op een in de dagvaarding te bepalen dag en uur
voor de kantonrechter te verschijnen.
Wanneer de huurder aan de sommatie voldoet wordt de dagvaar
ding om voor de kantonrechter te verschijnen niet betekend.
Voor de kantonrechter kan de huurder zich verweren tegen de
vordering van de gemeente. Meestal wordt er echter geen verweer
gevoerd en volgt een verstekvonnis
Het vonnis wordt aan de huurder betekend. Bij deze betekening
dient, ingevolge het vonnis, de huurachterstand betaald te wor
den. Met een dan voorgestelde redelijke betalingsregeling wordt
ook akkoord gegaan. Bijna iedere nalatige huurder betaalt bij
deze gelegenheid de achterstallige huur. Daarom komt het hoogst
zelden voor, dat een huurder als gevolg van een huurschuld,
uit de woning wordt gezet.
Het vonnis van de kantonrechter geeft de gemeente, zoals gezegd,
de mogelijkheid de huurder uit zijn woning te zetten. Van deze
mogelijkheid is tot op heden gemiddeld minder dan 1 maal per
jaar gebruik gemaakt. En dan alleen nog maar wanneer een huurder
weigert te betalen of een getroffen betalingsregeling niet nakomt.
Overigens zij vermeld dat voor de huurder de gewone rechtsmidde
len - verzet en hoger beroep - tegen het vonnis van de- kantonrechter
openstaan
Wanneer de schuld volledig is betaald krijgt de huurder een
brief van het woningbedrijf, waarin wordt meegedeeld dat de
huurovereenkomst wordt voortgezet.