bijl.nr. 460
B. Doel, artikel 2.
Het zal U duidelijk zijn, dat het Parkeerbedrijf nauw zal
moeten samenwerken met het commissariaat van politie en met
de dienst van openbare werken bij het voorbereiden van het
parkeerbeleid en van de daarin aan te brengen aanpassingen.
C_Hoofdtaken_artikel 3 onder e. tot en met g.
Een nauwe samenwerking tussen het parkeerbedrijf en het
commissariaat van politie zal geboden blijven voor de uit
oefening van de hoofdtaken, genoemd in artikel 3, onder
de letters e., f. en g.
In dit verband merken wij nog op, dat het ook in onze
bedoeling ligt de directeur van het Parkeerbedrijf te belas
ten met het uitgeven van vergunningen, bedoeld in de
parkeervergunningen-verordeningImmers de medewerkers van
de beide huishoudingen dienen één lijn te trekken tegen
over de overtreders van de regels en bepalingen inzake het
parkeren van voertuigen en het stallen van brom-fietsen
(te denken valt daarbij aan: wanneer wèl en wanneer niet
verbaliserend optreden, wanneer en hoe vaak waarschuwingen
uitdelen en wanneer de wegsleepregeling toepassen).
Daarnaast mag er géén enkel verschil bestaan tussen de proces
sen-verbaal inzake parkeer- en stalling-overtredingen, opge
steld door de medewerkers van de beide huishoudingen.
Naar de mening van ons college moeten de goede grondslagen
voor de samenwerking tussen de medewerkers van het commissa
riaat van politie en die van het parkeerbedrijf gelegd worden
enerzijds door het maken van werkafspraken tussen de Commissaris
van politie en de directeur van het parkeerbedrijf inzake het
uitvoeren van de hoofdtaken genoemd onder de letters e., f. en g.
en anderzijds door regelmatig te houden werkbesprekingen tussen
de daartoe aangewezen medewerkers van de beide huishoudingen.
Ter Uwer oriëntatie zijn de thans gemaakte werkafspraken ter
visie gelegd.
5Begroting.
De-eerste ontwerp-begroting voor*het Parkeerbedrijf zal Uw raad
teri-spoedigsteworden aangeboden.
6slot.
Ons voornemen was op 1 januari 1981 te bezien of het Parkeer
bedri j f als een zelfstandige tak van dienst, losstaat van enige
andere tak van dienst, kan gaan optreden; door diverse omstan
digheden zijn wij genoodzaakt d'e datum van dat bezien te verleggen
'naar 1 januari 1983.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig de adviezen van
de commissies voor algemene zaken en voor ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester,
van den Dam secretaris.
-2-