III. Op 6 januari 1978 wordt een nieuw gewijzigd ontwerp van een partiële herziening door de dienst openbare werken aangeboden. Onzerzijds wordt aan de bezwaarden meegedeeld, dat de in 1976 ingediende bezwaarschriften zonder tegen bericht van hen beschouwd zullen worden als te zijn ingediend tegen dit gewijzigde ontwerp. Bezwaar schriften blijven gehandhaafd. Het gevolg is, dat geen tervisielegging plaatsvindt, mede op verzoek van het act.ie-comité d.d. 3 maart 1978. IV. Bij brief van 13 januari 1978 doet het comité het .ver zoek aan de raad de bestemming "bijzondere gebouwen" van het terrein op de hoek Boeimeerlaan/Cimburgalaan te wijzigen in "openbaar groen". In onze brief van 3 februari 1978 wordt aan het comité meegedeeld, dat aan de raad zal worden voorgesteld de brief van 13 januari 1978 te betrekken bij de vaststel ling van de partiële herziening door de raad. Achter grond van dit voorstel is, dat de raad dan een uitspraak kan doen over de vraag: bebouwing op het terrein of handhaven als plantsoen. V. Op 3 maart 1978 bereikt ons het verzoek van-het actie comité de herziening van het bestemmingsplan "Boeimeer M.O. 1963" niet in procedure te brengen voor dat de raad zich heeft uitgesproken over het verzoek van het comité tot wijziging van de bestemming. VI. De procedure tot vaststelling van de partiële herziening van het bestemmingsplan "Boeimeer N.O. 1963" wordt voor tijdig beëindigd. VII. Op 18 juni 1980 vindt een informatie-avond plaats voor de wijk Boeimeer in verband met het bouwplan voor de Stichting Charles de Foucauld op het terrein Boeimeerlaan/Cimburga- laan Kort voor deze informatie-avond komt aan het licht, dat de gedane toezegging d.d. 3 februari 1978 niet is nagekomen. Het verzoek d.d. 13 januari 1978 wordt Uw raad alsnog voorgelegd VIII. Op 15 september 1980 besluit Uw raad tot afwijzing van het verzoek om partiële wijziging van het bestemmingsplan "Boeimeer N.O. 1963". Met betrekking tot de thans op 10 oktober 1 980 ingediende be zwaarschriften dienen in eerste instantie drie zaken te worden nagegaann1 1kunnen de bezwaarschriften aangemerkt worden als bezwaar schriften in de zin van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen 2zijn bezwaarden ten gevolge van het betreffende besluit rechtstreeks in hun belangen getroffen; 3. zijn de indieners van de bezwaarschriften ontvankelijk in hun bezwaren. -2- bijl.nr.466

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2095