bijl.nr. 466 Met betrekking tot punt 1 moet bezien worden of het besluit van Uw raad d.d. 15 september 1980 een beschikking is in de zin van eerdergenoemde wet. Het besluit van Uw raad d.d. 15 september 1980 is gericht op het rechtsgevolg tot handhaving van de ter plaatse geldende bestem ming "bijzondere gebouwen", zijnde een zodanige handhaving van een rechtssituatie met betrekking tot één concreet perceel dat de werking van dit besluit zich niet verder uitstrekt dan tot dit betrokken perceel, zodat dit besluit als een beschik king in de zin van de wet Arob kan worden aangemerkt. De ingediende bezwaarschriften kunnen derhalve gezien worden als bezwaarschriften ex artikel 7, lid 2 van de wet Arob. Voor wat betreft de ontvankelijkheid van bezwaarden, genoemd onder 2 het volgende. Volgens het bepaalde in artikel 7, lid 1 van de Wet administra tieve rechtspraak overheidsbeschikkingen bestaat voor natuur lijke en rechtpersonen de mogelijkheid, wanneer zij in hun be langen rechtstreeks getroffen worden, een bezwaarschrift in te dienen bij het orgaan, dat de beschikking heeft genomen. De heer Holman als natuurlijke persoon is volgens zijn bezwaar schrift door het bestreden besluit rechtstreeks in zijn belang getroffen, zodat hij in zijn bezwaren ontvankelijk dient te wor den verklaard. De ontvankelijkheid van het actie-comité is afhankelijk van de vr.aag of het comité een rechtspersoon is. Het comité is opgericht op 25 februari 1976. Vóór de inwerkingtreding van Boek 2 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek op 26 juli 1976 moest een vereniging onder meer aan de volgende eisen voldoen: - er moet een ledensubstraat zijn; - het moet een organisatie voor een bepaald doel zijn; - het comité moet als eenheid deelnemen aan het rechtsverkeer; - het comité moet schriftelijk vastgelegde statuten hebben of althans schriftelijk vastgelegd hebben wat haar doelstellingen zijn. Ingevolge artikel 37 van de Overgangsbepalingen bij Boek 2 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek bezit een op het tijdstip van in werkingtreding van Boek 2 bestaande vereniging die geen rechts persoon was, van dat tijdstip af rechtspersoonlijkheid. Hiervoor moge verwezen worden naar de uitspraak van de voorzitter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State d.d. 11 augustus 1976, waarvan een copie ter visie ligt. Uit informatie is gebleken, dat door het comité regelmatig leden vergaderingen worden belegd. Statuten zijn echter niet vastge legd, noch de doelstellingen van het comité. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2096