bijl.nr.466 Zoals U weet, hebben wij juist in verband met de grote hoe veelheid bezwaren Uw raad nooit voorgesteld de ontwerp- wijziging (gemengde doeleinden: kantoren, laboratoriumruimten en medische, culturele en sociale doeleinden) vast te stellen. Door- het niet vaststellen van die wijziging zijn in feite de bezwaren van appellanten gehonoreerd. 3. Hoewel in het raadsvoorstel, behorend bij het raadsbesluit d.d. 15 september 1980niet is ingegaan op de argumenten vóór groenvoorzieningen, mag aangenomen worden, dat bij be zwaarden het standpunt van het gemeentebestuur genoegzaam bekend is. Het gemeentebestuur heeft altijd bebouwing van het onderhavige terrein aan de Cimburgalaan/Boeimeerlaan voorgestaan. In voor gaande correspondentie en gesprekken terzake is dit duidelijk te kennen gegeven. Ons college blijft ook thans dit stand punt handhaven. In Boeimeer is in ruime mate groen voorhanden, ook nadat be bouwing op de hoek Cimburgalaan/Boeimeerlaan heeft plaats gevonden De afweging met betrekking tot de hoeveelheid en de vorm en plaats van de groenvoorziening in dit gebied heeft plaatsgevon den bij de vaststelling van het bestemmingsplan in de jaren zestig. Daar zich ter plaatse sindsdien geen wijziging in de situatie en het grondgebruik heeft voorgedaan, is er ons inziens geen reden een extra groene ruimte buiten de planning aan de wijk op deze plaats toe te voegen. 4. Wat betreft de brief van 3 juli 1979,* gericht aan bewoners van het Almondepad, en waarvan een copie ter visie is gelegd, het volgende Het is mogelijk, dat de tekst van deze brief niet duidelijk ge noeg gesteld is, tengevolge waarvan een misverstand is ontstaan. In de brief van 3 juli 1979 wordt gesproken over een mogelijk alter natief terrein, gelegen in het park tussen de Boeimeerlaan en de rivier De Mark. Hiermee wordt niet bedoeld het onderhavige terrein op de hoek Cimburgalaan/Boeimeerlaan, doch een terrein van 25 x 25 m. gelegen aan het voetpad langs De Mark, waarvoor een bebouwingsoppervlak van 15 x 15 m geldt. Het daar beschikbare bebouwingsoppervlak is ontoereikend voor het gebouw van de Charles de Foucauld-groep Wij zijn inderdaad van mening, dat de druk op het park op deze plaats door zulk een vestiging te groot wordt. Ons college blijft van oordeel, dat de locatie op de hoek Cimburga laan/Boeimeerlaan zich leent voor een bouwvorm, die ten opzichte van de omgeving een zelfstandig bestaan leidt. Wij zijn van mening, dat appellanten noch formeel (de wat ongeluk kige wijze van behandelen van eerdere correspondentie van appellan ten ten spijt), noch op materiële gronden aanspraak kunnen maken op inwilliging van hun verzoek. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen zijn de heer Holman, mevrouw J. Hipke-Lykles en de vertegenwoordiger/vertegenwoordigstersvan -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2098