aan de raad der
gemeente Breda
St/3/45540
Bijlage nr. 54
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot gegrondverklaring van
het beroep van de heer C. van Kat
wijk tegen de weigering van een
bouwvergunning
Bij ons besluit van 21 februari 1979*) is aan de heer C. van
Katwijk een vergunning voor het vernieuwen van een weekendhuis
je op perceel Overaseweg ongenummerd, kadastraal bekend gemeen
te Princenhage, sectie K, nr. 1173, geweigerd op grond van het
feit, dat ten tijde van de ter visielegging van het bestemmings
plan "landelijk Gebied 1973" het onderhavige bouwwerk gebruikt
werd als hooi- en stroberging.
Tegen dit besluit heeft de heer van Katwijk op 29 maart 1979*)
binnen de beroepstermijn bij Uw raad voorziening gevraagd, zo
dat de heer van Katwijk in zijn beroep ontvankelijk dient te
worden verklaard.
In het beroepschrift worden de volgende argumenten naar voren
gebracht
- het huisje is van oudsher als weekendhuisje gebruikt en is
thans tijdelijk berging van het hooi en stro, omdat een eer
der gedaan verzoek een paardefokkerij op dit terrein te mo
gen vestigen in een gesprek met de dienst van openbare werken
is afgewezen;
- gelet op de uitspraken mocht worden verwacht dat vernieuwing
zou worden toegestaan, zodat onderhoud van het huisje niet
nodig werd geacht;
- er is sprake van een bestaand gebouw in de zin van artikel 1
van de Woningwet en de bestemming is altijd weekendhuisje ge
weest;
- in de omgeving zijn al vele bouwvergunningen verstrekt om be
staande bebouwingen uit te breiden, dan wel te vernieuwen.
Uit een onderzoek, gehouden in tegenwoordigheid van de archi
tect de heer Derks op 18 oktober 1978, is niet gebleken, dat de
aanwezige bouwvallige opstal ooit als weekendhuisje dienst heeft