bijl. nr. 1
0-
3. Ziet het college nog mogelijkheden om zijn besluiteloosheid
in dezen op te heffen en zo ja kan het college enige indicatie
geven wanneer de meerjarenbegroting 1980-1983 uiterlijk aan
de raad zal worden aangeboden?
.d
fan
ANTWOORD
ad. 1. Een zinvolle behandeling van de begroting 1980 apart is naar
onze menipg wel mogelijk. Wij blijven echter van mening
>or-
dat een behandeling tegen de achtergrond van een meerjaren
ben
begroting meer inzicht geeft op het beleid op wat langere
d
termijn en duidelijker laat zien wat te gebeuren staat.
erge-
ts
ad. 2. De hier bedoelde informatie is U reeds verstrekt bij'onze
ti jd-
brief van 21 november 1979.
it-
kend
ad. 3. Vooraf zouden wij willen opmerken dat uitstel van besluit
er-
vorming niet altijd getuigt van besluiteloosheid, omdat
daar-
geforceerde besluitvorming om meerdere redenen ongewenst
e
kan zijn.
e raad
Overigens kunnen wij mededelen dat op 12-12-1979 de beraad
met
slaging in ons college wordt voortgezet en wij zullen
pogen nog voor de algemene beschouwingen over de begroting
eizaam
1980 de meerjarenbegroting 1980—1983 te presenteren.
nden
zonder
VRAAG (gesteld d.d. 1-11-1979 ing. art. ^0, 2e lid R.v.O.)
e
de heer Garritsen
teld
Op 9 juni 1979 heb ik aan het college vragen gesteld over het
0 op
registreren van ondertekenaars van vrije lijsten bij onderneraings- i
raad-verkiezingen door de Bredase politie. Deze vragen zijn door
ing op
de burgemeester, als hoofd van de politie, op 2 juli 1979 beant- i
woord
De burgemeester stelt in zijn antwoorden dat hij niet in staat
deling
en gerechtigd is mijn vragen te beantwoorden. Hij verwijst hierbij
achter-
naar het koninklijk besluit van 5 augustus 1972, inhoudende de
taak, organisatie, de werkwijze en de samenwerking van de
rstrékken
inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
de voor-
dt?