bijl. nr. 58
-8-
V o
Wanneer de orde en daaronder dient op een voor het publiek ke
toegankelijk complex als het NAC-terrein is, zeker openbare la
orde te worden verstaan, wordt verstoord of verstoord dreigt te
te worden, is aan de burgemeester en derhalve het politiekorps, Di
de uitsluitende bevoegdheid opgedragen passende maatregelen te zi
nemen. re
In dat licht dient verstaan te worden, dat de politie zich, Do
mijns inziens volkomen terecht, op het standpunt stelt, dat sa
aan particuliere bewakingsdiensten geen recht verleend kan ra
worden zelfstandig repressief op te treden bij verstoringen
van de orde.
In deze lezing kan niet gesproken worden van afspraken, die
gemaakt zouden zijn over het optreden in deze.
Wel wordt uiteraard van politiezijde met het bestuur van NAC
overleg gepleegd wat in bepaalde situaties de te ondernemen
stappen kunnen zijn. DC
Binnen ieders eigen verantwoordelijkheid wordt op deze wijze as
getracht ongewenste situaties te voorkomen en zo nodig te be- kt
eindigen. Te
wc
Ad. 2. of
Gezien het bovenstaande behoeft deze vraag geen beantwoording. he
g«
tr
mi
Dc
st
pc
ui
B:
wc
Vc
D:
V<
De problematiek van de wanordelijkheden bij wedstrijden in het p<
betaald voetbal is complex en moeilijk op te lossen. Openbaar ti
bestuur, justitie, politie, de KNVB en de betreffende verenigingen n:
zijn daarbij betrokken,
Ad. 3.
Op grond van de algemene politieverordening Breda heeft de
burgemeester de bevoegdheid in het belang van de openbare orde
een evenement te verbieden, er voorschriften aan te verbinden
of te beëindigen (artikelen 31, lid 6 en 33, lid 1 sub b.)
Het is overigens een bevoegdheid, die naar mijn oordeel pas in
uiterste gevallen moet worden gehanteerd. De omstandigheden
zullen zodanig moeten zijn, dat het hanteren van deze bevoegd
heid wordt ervaren als een redelijk middel om de openbare orde
te garanderen.