-9-
bijl. nr. 58
Voor de gebeurtenissen op 6 oktober heb ik bij de VNG nadruk
kelijk de aandacht gevraagd en het initiatief genomen op
landelijk niveau het overleg in deze te doen voortzetten en
te intensiveren.
Dit heeft in eerste aanleg geleid tot een gesprek met de voor
zitters van de politiecommissie en de commissie voor sport en
recreatie van de VNG.
Door de VNG is naar aanleiding hiervan bij de kring van commis
sarissen van politie de aandacht gevestigd op een tweetal
rapporten, die verschenen zijn over de agressie op en rond
voetbalterreinen, te weten:
- het rapport van de projectgroep vandalisme door voetbal
supporters, meer bekend onder de naam "rapport Hartsuiker";
- het rapport Werkgroep maatregelen tegen ordeverstoringen bij
voetbalwedstrijden van de Centrale Politie Surveillance
Commissie
Door de VNG is vervolgens met name de toepassing van concrete
aanbevelingen uit deze onderzoekingen en de vraag of deze
kunnen worden aangevuld aan de orde gesteld.
Ten slotte is door de VNG in dit verband gewezen op de verant
woordelijkheid van de KNVB en met name voor de gebeurtenissen
op de terreinen, omdat blijkt, dat deze een bijzonder effect
hebben op het gedrag van de toeschouwers. Met name kan daarbij
gedacht worden aan gedragingen van de spelers onderling, het op
treden van de scheidsrechter en de door de tucht- en strafcom-
missies opgelegde straffen.
Door de commissaris van politie alhier is aan zijn collega's van
steden, waar eredivisievoetbal wordt gespeeld en aan de spoorweg
politie verzocht de reeds bestaande contacten en informatie
uitwisseling uit te breiden.
Binnen het korps wordt steeds overwogen op welke wijze dient te
worden opgetreden om een optimale garantie voor de handhaving
van de openbare orde te bewerkstelligen.
Dit gebeurt uiteraard in nauw overleg met het bestuur van NAC.
Verder bezint het bestuur van NAC zich op maatregelen om de kans
op dergelijke gebeurtenissen te verminderen; met name wordt ge
poogd de supporters van de verschillende verenigingen gescheiden
te houden en de accommodatie zodanig in te richten, dat ver
nielingen worden voorkomen.