bijl. nr. 67
in de afvoer, die daarin niet thuishoren;
6. voor het herstellen van de gebreken wordt te weinig tijd
gelaten. Verzocht wordt de gestelde termijn met minimaal 3
maanden te verlengen.
Ten aanzien van de punten 1 tot en met 3 is gebleken, dat
- de fundering wel is verzakt met als gevolg gescheurde buiten
muren;
- alle aanwezige douche- en toiletruimten slecht afgewerkt zijn;
- de keukeninrichting op de tweede verdieping primitief is.
Het dak van de uitbouw, genoemd onder 4, is in de aanschrijving
d.d. 24 oktober 1979 niet genoemd.
Wat het in slechte staat verkeren van de diverse afvoeren -
vermeld onder punt 5 - betreft, is deze toestand geen gevolg
van het gebruik, doch van achterstallig onderhoud.
Met betrekking tot het verzoek de gestelde termijn van 30 da
gen te verlengen, is het ons inziens redelijk deze termijn te
stellen op 60 dagen na de beslissing, genomen door Uw raad op
het onderhavige beroepschrift.
Tevens kan worden meegedeeld, dat de heer Verhees inmiddels reeds
begonnen is met het treffen van de gevraagde voorzieningen.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de bouw
verordening 1978 is de heer Verhees in de commissie openbare
werken gehoord. Het proces-verbaal*opgemaakt van deze hoor
zitting, treft U hierbij aan.
Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te beslui
ten tot ongegrondvèrklaring van het beroep van de heer Verhees
en tot verlenging van de in de aanschrijving genoemde termijn van
30 dagen tot 60 dagen.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie openbare werken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam secretaris.
ligt ter visie in de leeskamer