aan de raad der
gemeente Breda
SD/57362
28-11-1979
Bijlage nr. 80
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het instemmen met de
"verordening op de heffing en in
vordering van staangeld op de
woonwagencentra in het rechtsge
bied van het Woonwagenschap
Breda"
Volgens artikel 8 van de Woonwagenwet kunnen rechten worden ge
heven wegens het hebben van een standplaats op een openbaar
woonwagencentrum.
Deze rechten behoren tot de zgn. retributies. Retributies zijn
heffingen welke worden opgelegd voor door de overheid bewezen
diensten en liggen dan ook in principe in de sfeer van pres
tatie-contraprestatie en vallen onder de op dat terrein geldende
bepalingen van de gemeentewet, voor zover de Woonwagenwet geen
uitzonderingen bevat.
Dit laatste is wel het geval. Bij retributieheffing mag over
het algemeen een matige winst worden gemaakt, doch artikel 8
van de Woonwagenwet bevat hierop een uitzondering door te
bepalen dat de verordeningen tot heffing van de rechten niet
wordt goedgekeurd indien deze rechten hoger zijn dan de kos
ten van het centrum die ten laste van de gemeente respectie
velijk de gemeenschappelijke regeling blijven.
De mogelijkheid bestaat dus tot in principe 100? verhaal van
de netto-kosten doch het maken van een. matige winst is for
meel niet toegestaan en tevens praktisch onmogelijk. In dit
verband is het dan ook niet noodzakelijk een lasten/baten
analyse op te stellen.
Wat is namelijk het geval? De beoordeling van de vraag of de
verordening aan de wettelijke criteria voldoet is voorbe
houden aan de Kroon.
Bij de goedkeuring zal de Kroon zich ongetwijfeld laten leiden