Deze informatie hield in, dat de stichting Brebo niet de bank garantie kon verkrijgen, die de aannemer, Wilma Breda B.V.g.e ter dekking van haar vorderingen eiste. va Daarna heeft de stichting Brebo verzocht de ondergrond van de 92 vrije sectorwoningen (74 14 4 woningen) te mogen door- ve verkopen aan Stok B.V. Dit verzoek is niet gehonoreerd. De mo- tieven voor deze niet-inwilliging zijn in enige commissie-verga- bi deringen (commissie openbare werken) medegedeeld. Vervolgens is er, in overleg met andere bij de bouw betrok- fe ken partijen, ernstig gestreefd naar het vinden van een construe- in tie, waardoor Wilma Breda B.V» naast aannemer ook opdrachtgever ca van het winkelcentrum c.a. plus de 92 vrije sectorwoningen zou worden. Dit streven heeft geen resultaat opgeleverd. jje me De stichting Brebo heeft daarop weer verzocht de 92 woningen te mogen doorverkopen aan Stok B.V. Aan een eventuele doorver koop hebben wij evenwel alvorens toestemming te verlenen, bij brief van 21 november 1979 voorwaarden gesteld. Wij hebben geen bericht ontvangen, dat aan de gestelde voorwaar den wordt voldaan. De stichting Brebo persisteert thans bij "levering" van de onder grond van het winkelcentrum, terwijl de woningbouwvereniging St. Joseph haar verzoek heeft herhaald tot "levering" van de on dergrond ten behoeve van de bouw van de op het winkelcentrum te stichten 34 premie-koop-woningen, alsmede van de ondergrond van 1 eengezinswoning in de categorie premiekoop. Beide instellingen stellen de gemeente aansprakelijk voor geleden schade, als aan het verzoek geen gevolg wordt gegeven. Vlij merken op, dat er van een leveringsverplichting geen sprake kan zijn, omdat de bewuste ondergrond nog niet is verkocht. Van de andere kant moeten wij stellen, dat in de briefwisseling, die met betrekking tot de doorverkoop met beide instellingen, Brebo en St. Joseph, is gevoerd, nimmer sprake is geweest van het winkelcentrum. Bovendien is de reden, die er destijds toe heeft geleid de verkoop van de ondergrond van het winkelcentrum c.a. aan te houden, namelijk om tot overeenstemming te komen over het optreden van Wilma Breda B.V. als opdrachtgever, vervallen, doordat dit laatste niet is gelukt»

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 425